E voto Dordraceno - pagina 175
ZONDAG
En
dit
kan
VIII.
HOOFDSTUK
163
III.
niet anders.
Immers het begrip van „persoonlijk" is bij ons, menschen, streng en stipt individueel. Een persoon is één, en hoe meer een wezen persoon wordt, hoe meer zijn eenheid uitkomt; wel in verband met anderen, maar toch juist als persoon van die anderen onderscheiden; iets in zich zelf; iets waardoor hij niet een ander is; waardoor hij naast dien ander staat;
en slechts als
eigens en zelfstandigs voor dien ander waarde
iets
bezit en beteekenis.
moed
Persoonlijke
anderen deinzen en
de moed die opwaakt
is
hij
in
den held,
als juist
de
alleen doorgaat. Persoonlijke verantwoordelijkheid
is als de gemeenschappelijke solidaire aansprakelijkheid ophoudt en die van den persoon voor eigen risico begint. Persoonlijk initiatief is als iemand durft vooropgaan, en er is er een die het waagt. Te spreken van een „persoonlijk" God strekt derhalve om zoo sterk mogelijk de eenheid van persoon in het Goddelijk Wezen aan te schroeven, en daardoor noodwendiglijk de drieheid der Personen te loochenen.
In al
God!"
dat apologetisch roepen: ,,Wij houden vast aan een persoonlijk zien
en de kerke
we dus niet alleen geen heil, maar rechtstreeksche schade; Gods mag wel scherp toezien en zeer fijne voelhorens uit-
om de gemeenschap af te snijden met alle priesters en wijsgeeren, met een God die één persoon zou zijn (en in dien zin persoonlijk) dwepen. Neen, niet een persoonlijk God, maar een eeuwig Wezen in drie Personen is het voorwerp der aanbidding, waarvoor engelen het aangezicht dekken en alle gezaligden in de hemelen zich neerbuigen. Op dien God moet aangehouden. Op Hem en op Hem alleen moet de kerke Gods gericht. Met alles wat nevens of tegenover dien levenden God wordt gesteld mag ze geen oogenblik gemeenschap hebben. Niet in één, maar in drie Personen bestaat de levende God. steken, die
En zoo komt
het er dan ook hier
maar op aan, om den goeden weg
te slaan.
in
Ge moogt
van u zelven tot uw God besluiten, d. i. een God naar maken, maar gij moet in uw God altoos het oorspronkelijke zien en belijden, waarvan alleen de afbeelding onder menschen bestaat.
uw
beeld
niet
en
gelijkenis
Ge zult niet zeggen: Zoo is ónze liefde onder menschen, dus moet ook zoo de liefde Gods zijn, maar omgekeerd erkennen, dat de liefde in God oorspronkelijk
is,
En zoo ook: Ge
en slechts een schijnsel hiervan zult niet
in ons.
zeggen: Ik ben een persoon,
gij zijt
een persoon,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's