GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

deden,

naar het werk Gods. De heilige Doop

vragen

te

merk gezet op het goddelijk

meent gevonden eenige

nooit •^

levenmakend

in

een goddelijk

misgaan, die dien maatstaf

iegelijk

wijl die altoos

Duidelijk openbaart de Heilige Schrift ons, dat er

zijn.

daad in den zondaar kan bestaan,

geestelijke

werk Gods

geestelijk

is

het zoeken naar

bij

hebben in eenige daad des menschen,

te

kan

leugenachtig

En daarom moet

loerk.

Doop een

maatstaf voor den

een -'

TL

HOOFDSTUK

ZOND. XXA'II.

44

in zijne ziele voorafga. Eerst

den dooden zondaar, en dan eerst kan er

gemaakten zondaar van een

bij

dezen levend-

woord of geestelijke werking

geestelijk

een

tenzij er

werkt God de Heere

zijner-

zijn. Van God, niet van den mensch, gaat het werk der En dit genadewerk Gods begint niet pas, als wij menschen merken, maar heeft zijn diepsten oorsprong van eeuwig, in het raads-

sprake

zijds

genade dit

uit.

Heeren Heeren. Uit de eeuwige, vrijmachtige verkiezing,

besluit des alle heil

ons

toe.

opspruit.

En

als

de wortel waaruit

vloeit

alle geestelijk

werk

Die verkiezing

is

God de Heere

zich krachtens deze verkiezing naar een

om hem te begenadigen, is heel zijn bestel met gericht, om zijn Goddelijk werk in hem tot stand

zondaar keert en wendt,

mensch

zulk een te

er op

doen komen.

Zoo

dan reeds

is

zijn geboorte, niet in

een land der Heidenen of der

Turken, maar in een Christelijk geslacht een daad Gods tot behoudenisse

van

zijn

En

ziel.

nauwelijks,

is

God de Heere begonnen

Schepper zulk een persoon tot aanzijn zijn

reeds

uitgaande,

om

maar

ander,

genadewerk naar buiten, dat

later

mag

doen,

bij

den

aan de aanwezigheid van de goddelijke

En is nu de heihge Doop een zegel niet van wat wij maar van wat God doet, dan volgt hieruit rechtstreeks, dat het voor

genade

en

tot

alleen,

of wij persoonlijk reeds tot de /cewmsse van de

openbaring van de vrucht der genade gekomen

de

of,

is,

En daarvoor nu regel aan:

personen, / kiezing,

mag

en moet ondersteld worden.

geeft lo.

dat

God de Heere ons in Hy zijn genadewerk

niet bepaalt tot volwassen

in onze ziel

maar ook aanlegt

om

het

zijn,

naar den van God gegeven regel, de aanwezigheid van

Gods verborgen genadewerk digen

den één langer toeven dan

ziel.

den Doop, niet de vraag

maar

dit

bij

dit doet niets af of toe

genade in de - -

werkingen Gods zijn

in de bekeering plaats grijpt,

^

Almachtige

den grond voor het eeuwig heilswerk in

Het uitkomen nu van

ziel te leggen.

te roepen, of de

als

bij

zijn

Woord dezen tweevou-

jonge kinderkens, en

nu eens met een

plat

woord

uit te

20.

dat de uitver-

drukken, niet van

maar in eenzelfde geslacht pleegt voort te gaan. Deze tweevoudige regel nu verplicht de kerk, om waar jonge kinden

hak op den tak

springt,

deren geboren worden, uit ouders, die in het verbond staan, ook die jonge

kinderkens

te

doopen; gelijk onze Catechismus dan ook zoo schoon en juist

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's