E voto Dordraceno - pagina 355
ZONDAG
Wezen
de band met het Eeuwige
God
tusschen
Hem
in
HOOFDSTUK
XIII.
343
I.
En de scheiding Adams zonde was opgekomen, viel
een oorspronkelijke.
en mensch, die eerst in
Gods Zoon
derwijs weg, dat Hij metterdaad
niet
maar genoemd
kon worden, of worden zou, maar krachtens natuur en oorsprong was. De vinder ook van deze ketterij is Schleiermacher geweest, die een standpunt innam, waar én de moderne én de ethische schakeering van deze ketterij uit
voortgekomen
is.
Men kan
ze de Humanistische doling noemen,
inzooverre aan beide het herleiden van het Zoonschap tot het kindschap
den mensch gemeen
in
dernen
dit
terwijl ze slechts daarin uiteengaan, dat
is,
menschelijke kindschap
wordingen zoeken,
terwijl
Gods
Tegenover
alle
in
in
Er
is,
tot in
's
den grond zuiver Pantheïstisch.
haar schoone belijdenis op, door streng de grens-
tusschen den Schepper en het schepsel
te dulden, dat ooit
en
Mo-
gewaarmenschen
deze ketterijen, van eertijds en van nu, komt daarom
de Christelijke kerk lijn
Gods
alleen in de beseffen en
de Ethischen het verdiepen
wezen krachtens zijn schepping. Toch is ze
de
God
te
trekken, en op niet één punt
en mensch ineenvloeien.
zoo belijdt de Christelijke kerk, eenerzijds een eeuwig en volzalig
genoegzaam Wezen, dat we aanbidden
in zich zelf
als
Vader, Zoon en
Heiligen Geest.
En dit
anderzijds
Drieëenig
is
er een heelal
Wezen
tot aanzijn
van hemel en aarde door den wil van in dat heelal van het ge-
geroepen, en
schapene hoort ook de mensch thuis. Van eeuwigheid af nu, en dus geheel afgezien van dit heelal, dat later komen zou en van den mensch die in dit heelal zou geschapen worden, was de Tweede Persoon in de Drieëenheid oorspronkelijk en eeuwig de Zoon, als
door den Vader van eeuwigheid gegenereerd, en bezat krachtens die
generatie het eenige en eeuwige volle en waarachtige Zoonschap Gods.
En
als
dit heelal
nu
later in
den loop der eeuwigheid eindelijk dat heelal en in is alle kindschap Gods, waartoe
de mensch geschapen wordt, dan
mensch ooit komen kan, nooit anders dan beeld en afschaduwing van dat eenige, eeuwige en waarachtige Zoonschap dat de Zoon alleen
die
bezit en eeuwiglijk alleen bezitten zal. Hij is
dus nooit de Zoon, omdat Hij optreedt
in
de menschelijke natuur
en die menschelijke natuur een kindschap Gods kan bezitten. Maar omgekeerd kan die menschelijke natuur alleen een kindschap Gods bezitten als afschaduwing en beeld van het eeuwige Zoonschap dat in den Middelaar rust. Onze vaderen drukten dit uit, door te zeggen: Het Zoonschap vloeit niet voort uit de Huishouding, maar het Kindschap Gods in de Huishouding uit het Eeuwige Zoonschap. Een term, waarmee ze als profetisch reeds
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's