In de schaduwe des doods - pagina 139
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
131
Want
u dat, dan sterft ge als een Christen, als een kind een verloste. Dan sterft ge zooals eens Paulus, die bijtijds, eer het te laat was, den dood dien angel gebroken had, en nu reeds lang vooruit, jubelend en den dood belachend, hem toeriep: „T)ood, waar is uw prikkel? Gij hebt hem niet meer. En daarom zijt ge mij geen koning meer der verschrikking!" Dit gevoelt ge toch, is eenmaal die angel, die giftige prikkel van den dood gebroken, dan is die dood heel iets anders geworden. Zoolang een wesp haar angel heeft, vlucht ge; maar is haar angel uitgetrokken, dan speelt ge met de wesp als met een vlieg. De dood zonder prikkel, zonder giftigen angel is een dienstbode die u in den Naam des Heeren van uw Gods, die u af komt halen lichaam ontdoet; en u als vrijgemaakte ziel door de poorte der eeuwigheid binnenlaat, om dichter bij uw God en uw Heiland te zijn dan ge hier ooit kondt, en om, zonder smart en zonder zonde, in die geestelijke afzondering te toeven, tot het licht van den eeuwigen morgen daagt, en Christus op de wolken komt, en u overkleedt met een heerlijker lichaam, en u overstroomt met eeuwige heerlijkheid. De dood met zijn prikkel is vreeselijk. Dan zijt ge weg. Dan zijn er in dien dood banden der helle en eeuwige afgrijzing. Maar is die dood zijn prikkel kwijt, dan is ook op eenmaal alle verschrikking geweken. Dan zijn er die naar den dood verlangd hebben, omdat alleen die dood ze voor eeuwig brengen kon bij hun God. g;ehikt
van God,
als
;
Alleen vergis u nu niet. zijn een soort Catechismus-Christenen, die kortweg aldus redeneeren: „Christus stond uit de dooden op. Door die opstanding heeft Christus den prikkel aan den dood uitgebroken. Dus heeft nu de dood geen prikkel meer. En alzoo kan ik gerust inslapen !" Alsof ooit „eenige vreugde" vloeien kon uit een redeneering I Neen, de dood heeft nog wel waarlijk, ook na Jezus' opstanding, zijn giftigen angel behouden. Denk maar aan die duizenden bij duizen-
Er
den, die buiten geloof aan Jezus, ook na Jezus' verrijzenis, den dood ter prooi werden. Ook nu nog sterven er telkens, aan wie hij in hun sterven met zijn angel dien giftigen steek toebrengt.
En wel duizenden was,
Als
maar de
werkeloos,
En niets.
zoo
ge naar waarheid, dat er toch ook duizenden bij heengegaan, voor wie alle prikkel uit den dood weg voor die allen was het een persoonlijke daad. dood aan hen toekwam, dan, ja, wierd opeens de angel die anderen nog zoo giftig stak. ook hebt gij aan een redeneering uit uw Catechismus zegt
zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's