Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 298
Deel een. Inleidend deel
"
Afd.
290
2.
Hfst.
III.
HERDER EN
§ 94.
LESSING.
der Menschheit," was zijn ontvluchten der critiek zwakheid, en moest
gebouw wel een kaartenhuis
zijn
De
tijdelijke steun
blijken.
door Herder aan de Dogmatiek geboden heeft
,
,
Want wel kan hij soms zelfs voor de eere der vraagt dan „Was ist denn Dogmatik gelehrt
haar dan ook niet gebaat.
Dogmatiek
ijveren
en
,
:
,
und
recht verstanden
Menschengeschlecht fend " (Br.
„
tegen
er
hij
,
III. p. 4).
System der edelsten Wahrheiten fürs seine Geistes- und ewige Glückseligkeit betrefals ein
,
men haar oude
op, dat
Aus welcher Theologie," vraagt
Nicht aus
hij
terminologie wil afschaffen.
„sollen sie abgeschafft werden
,
erfinden"
64).
(p.
Maar
zu
sich
sein,
?
um
der acroamatischen Dogmatik, sonst müsste diese,
genaue Wissenschaft
eine
Dogmatiek komt
Zelfs ten bate der Scholastische
eine neue Terminologie
dan nader zegt dat „ die Dogmatik werden muss
als hij
,
eine philosophie ist, die nur aus der Bibel geschöpft (p.
59) en hij
voor deze philosophie de philologische methode aan-
beveelt (p. 60), behoeft
men
verband
dit slechts in
uitspraak over den „Geist der Schriften,"
om
te
te zetten
met
zijn
ontwaren hoe ,
dit
toch weer op een humanistische Dogmatiek uitloopt. Niet dat Herder
bovennatuurlijke reeds
het
roept die
hij
in geestdrift uit:
„
Auf also, auf aus
dem Glaubenswürdigsten
Heilige
ist
de Schrift wil wegcijferen. Veeleer
uit
wircklich auferstanden,
war das Christenthum gegründet IX.
p.
394).
Maar met dat
Herder ondergegaan
meer
uiting
van
,
und dadurch und eben nur dadurch 'HyipS-jj
al blijkt
en alzoo
dit
o
Kvpiog ovrcog "
Werke. Vol.
(
de Godheid van den Christus voor enthousiasme voor den Verrezene
opvatting van het menschelijke. Eere
zijn ideale
daarom voor den man
des Herzens Tragheit,
zuweilen des Glaubens verweigert. Der
die tegenover de halfheden
van het Supraop eenheid van wetenschappelijke opvatting drong; tegenover Deisme en Aufklarung de poëzie van zijn rijp ge,
naturalisme die
moed, en tegenover Kant's moralisme de waarde der haafde gen,
;
maar nimmer mag de dank
doen
de genade
voorbijzien, niet
hoe
begreep,
zijn
hand-
dien we hem hiervoor brenmonisme de zonde en daardoor
en hoe
de latere pantheïstische strooming sloot.
religie
,
zijn historische
in
opvatting voor
de Theologie den weg ont-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 298](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's