GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 233

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 233

Deel een. Inleidend deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afd.

Hfst.

2.

suorum

qui studiorum

oportet,

SAMUEL MURSINNA.

§ 8l.

III.

fructum optatum sperare;

velit

Recensionem librorum, quibus ad partem quamvis

3.

excolendam

theologicae

225

et

eruditionis

opus; inprimis quidem eorum, quos

est

suo genere optimos et praestantissimos iudicamus". Met dat doel

in

bespreekt

dan

hij

niet-theologisch deel achtereenvolgens de

de linguae, zoo oude

studii,

ratio

in zijn

en westersche talen

classieke

vierde van

Geographie,

ruimte

geheele

zijn

VII

hoofdstuk

nieuwe, zoo oostersche

als

neemt. Daarna

in beslag

Numismatiek

Chronologie,

Antiquiteiten,

Cap. IX de historia ecclesiastica

sacra enz.

om

de

niet tot de

XI

in Cap.

tot

in

,

Dan

enz.

en dan zeer vreemd

;

antiquitas sacra, geographia

die geïsoleerd tusschen de Poësis en de Mathesis in staat,

hem

en door

dan

,

komt

Historia aan het woord, met inbegrip van de

de

volgt in Cap. VIII de ars oratoria et poësis in

als

een deel van zijn geschrift dat een

;

Theologie wordt gerekend. Zoo komt

bij hem den overgang vormt komen terwijl hij, gelijk boven

de Philosophie, die

tot

en de Theologie

religio

hij

te

,

gezegd voor de eigenlijke Theologie slechts één vierde van heel het breed opgezette werk overlaat.

Doch

ongerijmde der proportie, ook

niet alleen in dit

van de Philosophie zegt, komt

zijn rationalistisch

in

wat

hij

standpunt, hoezeer

ook nog supranaturalistisch getint, duidelijk uit. „Philosophia", zegt hij op blz. 259, „cum ad rationis, qua nullum est praestantins

Dei donum, perfectionem unice malo doceat dignoscere

unum

augent,

„non

diensvolgens verre

ze

,

inter eas scientias

primis occupat locum

é

Theologum

in interpretanda Scriptura

van Leibnitz,

Van

Hem

Sacra" (p.

probanda (p.

267

260) d.)

;

est

cum

omnibus

hij

:

is

bonum

a

felicitatem

de Philosophie

Theologiae",

in zoo-

veritate religionis, et

Hij kiest dan ook vóór

maar

de uitwerking door Wolff aan

Leibnitz zegt

comparandus et fere in

in

in

falso,

quae hominum

,

".

est ancilla, sed potius soror

„adiuvat

Cartesius tegen Voetius partij

geven.

verum a

tendit et

Nemo homus

is

zelf

aanhanger

zijn philosophie ge-

philosophorum

facile

L. B. A. Leibnitz qui et ingenio acutissimus ,

scientiis versatissimus

non solum rectam

philo-

sophandi rationem docuit, sed etiam philosophiam eximiis locupletavit inventis"

(p.

En

270).

„Leibnitii inventa

.

.

.

over Wolff laat in

hij

zich in dezer

voege

uit:

systema, quale antea non habuimus, rede15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 233

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's