Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 263
Deel een. Inleidend deel
Afd.
Hfst.
2.
III.
stonden
mittelt " naast elkander
,
en beide
als
255
vreemde bestanddeelen
naturae" werden toegevoegd.
et moralis e libro
aan de „theologia
BUDDEUS.
§ 87.
Als godsdienstig en zedelijk gestemde lieden leefden de Supra-
grond der zaak
naturalisten in den
kwam
toevoegsel
als
en buitengewone Ethiek in
oud-orthodoxen
om
recht der ratio,
maar
loopen,
aan
als
Voor S.
dat extra-deel nu hielden ze wel
Scriptura vast, en ontkenden het
vaststelling
weer
niet,
en toonden gedurig ook bewijs
;
den inhoud der Schrift door haar zeef te laten
hun
bij
zuimden ze toch
bij.
aan de
zin
de natuur en de ratio maar
uit
dan nog een dosis bnitengezvone waarheid
hier
in
bij
van het gezag der Schrift ver-
die zelfde ratio steun te zoeken,
hun dogmatische bewijsvoering dat een ,
de rede ontleend voor hen wel zooveel kracht bezat,
de autoriteit der H. Schrift. Sterk
als
anatomici
misten ze ten
,
eenenmale de gave van den physioloog. Vandaar dat ze de Schrift en haar doctrina bijna uitsluitend van den buitenkant bezagen, en
voor haar organisch
dan gedurig
concessièn
kleine
tot
oude systema verloor
oog hadden.
geen
leven
noopte hen
aan de mannen der rede. Het
Fort na
gaafheid.
zijn
Dit
fort
wierd van de
Er vlamde geen gloed meer in hun Theologie. Ze bestudeerden een skelet zonder merg, niet meer een
oude
prijsgegeven.
stelling
levend organisme.
En
is
het al dat ze in den aanvang dezer periode
nog eenige warmte en nog eenige aantrekkelijkheid toonen toch is dit in Pfaff zoowel als bij Buddeus niets dan naflikkering van het ,
systema van Gerhard en
Spener bezield had. Ge
worden
,
naschittering
ziet
dan ook
,
van den gloed, die eens dat ze
hoe meer die nawerking verflauwt.
Supranaturalisten der jongste generatie polyhistorie
verliezen, die in
al
En
hunner werken verraden, hoe
lijke
armoede,
het einde
zelfs die aandrift tot
Walch haar triomf
titels
armer en dorder
vierde.
ze, bij het besef
is
dat de
geleerde
Reeds de
hunner geeste-
heil
zochten in geleerdheid. Pfaff schrijft een intro-
ductio in historiam
Theologiae litterariavi (Tubing. 1724), Buddeus
een
isagoge
Theol.
Wissenschaften";
Piëtisten wel zijn,
historico-theologica
maar toch
verraden.
titels
ook ten deele bij
uit
,
Walch een ^Einleitung
die blijkens de
in
die
methodologieèn der
den geest van dien
tijd te
verklaren
de Supranaturalisten een eigenaardige beteekenis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 263](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's