Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 35
Deel een. Inleidend deel
Afd.
Hfst.
I.
III.
§ l6.
WETENSCHAPPELIJK KARAKTER.
2"]
de Encyclopaedie toegepast, zoo staan we voor de vraag, of de
om
noodzakelijkheid,
zoo en niet anders encyclopaedische orde
dezen chaos van onze kennis aan
boren wordt, dat
wij
in
brengen, alleen daaruit ge-
te
door ons denken
deze kennis in die en
zelf
geen andere orde saamvoegen, of wel, dat deze encyclopaedische orde door iets dat buiten den denker, in het voorwerp zelf ligt,
in
Op
aan dat denken wordt opgelegd. zij
,
wat grond het
tweede Deel worden uiteengezet
zal in het
het begrip van wetenschap. Hier constateeren
dwingende orde, opzicht
is,
slechts
ons
,
dat een
in tweeërlei
orde
Encyclopaedische
van
aanbrengen
laatste te stellen
het onderzoek naar
we dus
van ons denken onafhankelijk
die
het
bij
bij
den
in
chaötischen schat van onze kennis beheerscht. Vooreerst doordien
de
van
schat
eerst
door ons denken ontstaat
ten andere,
omdat de
wereld van
verschijnselen,
Overmits nu
staat.
te
èn
,
maar
er
ordenen kennis
is
in
,
die
wereld
niet rusten,
onzer
is,
denken
eer wij
niet ;
en
verband staat met een
die onafhankelijk
der verschijnselen, niet chaotisch
kan ons denken
met ons denken ingaan,
waartoe wij
kennis,
van ons denken be-
kennis
èn
maar organisch
die
wereld
bestaat, zoo
eer het in den schat van onze kennis
eene zoodanige encyclopaedische orde heeft blootgelegd
,
als
met den
organischen samenhang èn van die wereld onzer kennis èn van die
wereld der verschijnselen overeenstemt. heeft te
doen
niet een zekere
is,
Wat
onze menschelijke geest
orde voor onze kennis
te verzin-
nen, maar de orde die er in schuilt, te zoeken en aan te wijzen. § 16.
Wetenschappelijk karakter.
Eerst deze noodzakelijkheid leent aan de Encyclopaedische studie
haar wetenschappelijk karakter. Bij elke andere opvatting fantasie,
moge
ze knnst zijn,
wetenschap moet ze schappelijk
zijn.
maar wetenschap
Immers,
bewustzijn gapen
,
is
ze
dan
moge niet.
ze
En
er blijft een leemte in ons weten-
zoolang de geest des menschen wel
geheel den overigen zótr^og, maar niet ook zijn indenken van dien yc.otryi.oq
met
zijn
denken doorvorscht
den mensch de noodzakelijkheid, zoek
in te stellen
waaraan
zijn
heeft.
om
Ontspruit hieruit nu voor
een wetenschappelijk onder-
naar zich zelf als denkend wezen en naar de wet
denken gehoorzaamt, dan
vloeit
hieruit tevens
de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 35](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's