GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In Jezus ontslapen - pagina 206

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Jezus ontslapen - pagina 206

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

194 Deze wereld gaat voorbij, met al wat ze u begeerlijks biedt, maar dan komt de niemve hemel en de niewwe aarde. Hoedanigen behoordet gij o kinderen Gods dan niet te zijn ,

,

,

in heiligen, hemelschen wandel.

Onbegrijpelijk

is

zulk

een

„verandering" van het bestaande

voor ons niet.

De Schrift zelve vergelijkt ze met de verandering van een gewaad, dat, afgedragen en bezoedeld, geen oog meer had, en wegwerpelijk scheen, en dat nu door de hand des vollers zoo kostelijk gereinigd en vernieuwd wordt, dat het in al zijn oude pracht en als nieuw voor het oog tot u terugkeert. En ook, het reinigen, het vernieuwen van metaalstukken door vuur kennen we. Verroest en onooglijk ijzerwerk herwint in het vuur zijn nieuwheid en glans, en aldus in het vuur opgesmolten en in nieuwen vorm gegoten, blinkt het weer voor het oog in zijn metaalblankheid en in zijn ongerepten vorm. En waarom zou God dan niet evenzoo met heel zijn wereld kunnen doen, wat de voller verricht met het kleed of de metaalgieter met het stuk metaalwerk? Het is zoo het grootsche van den omvang de uitgebreidheid der afmetingen, het reusachtige van het firmament, doet ons hier duizelen, maar staat God Almachtig dan niet nog veel hooger boven heel het werk zijner schepping dan de voller boven zijn waschtob of de smid boven zijn vuurhaard? Wie iets maken kan, kan het ook vermaken. Wie scheppen kan, kan ook herscheppen. En hoe majestueus ook het heelal ,

,

ons toeschijne in zijn grootheid, voor God is het als -niets geacht. Zijn niet de volken voor hem wat een druppel water aan den emmer is, of een stofje op de weegschaal? En hebt ge dit u eenmaal ingedacht dat hoe groot de vrereld ook zij God zelf nog tien- en honderdmaal grooter is dan die gansche wereld, ja, dat ge ook zoo van de grootheid van uw God nog slechts gestameld hebt, wat zal er dan wonderbaars voor uw God in zijn om heel dat heelal als één machtig instrument in te smelten, en het straks verjongd, vernieuwd en in nog heerlijker vorm gegoten, voor Zich en voor zijn heiligen te ,

,

,

stellen?

ligt de schuld, dat we doorgaans van deze wereld groote, en van den ïïeere onzen God veel te geringe gedachten koesteren. Dat doen niet alleen de lieden der wereld, dat doet ook het

Aan

veel

te

ons

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Abraham Kuyper Collection | 292 Pagina's

In Jezus ontslapen - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Abraham Kuyper Collection | 292 Pagina's