De gemeente gratie - pagina 14
Tweede deel. Het leerstellige gedeelte.
HET OP TE LOSSEN VRAAGSTUK.
10
wat we thans voelbaar en als dat van de gemeene gratie niet een uitspinsel van boekengeleerdheid is, maar de poging van Christus' kerk weergeeft, om, bij het licht van Gods Woord, een antwoord te geven op een uiterst belangrijk, maar niet minder diepzinnig en ingewikkeld vraagstuk, waarvoor een iegelijk die meeleeft en nadenkt, elk oogenblik zelf in de wereld, in zijn kerk, in zijn omgeving en in zijn eigen hart te staan komt. Telkens en altoos weer eenerzijds de niet van ons af te zetten indruk van een doodelijke zonde die rondwaart, maar zoo, dat de eigen leven en tot in zijn eigen hart; en
zijn
verstaanbaar wilden
maken
hoe een leerstuk
is,
algemeene toestand ons toch nog meevalt, en van den anderen kant de indruk van een reddende Goddelijke genade, maar zoo, dat haar vrucht en uitwerking ons
teleurstelt.
Voor dat probleem, voor dat vraagstuk staan we nu eenmaal, en men ruimt het niet uit den weg door de iets maar niet veel, althans in het minst niet genoeg zeggende opmerking, dat de wereld wel slecht, en de
maar dat de personen, die ge ontmoet soms beter dan dan hun leer zijn. Dit is wel zoo, maar het geeft geen oplossing, want ook die personen zijn óf kinderen der wereld óf zonen der kerk, en door hen persoonlijk van die wereld of die kerk te isoleeren, snijdt ge den band tusschen mensch en mensch, tusschen geslacht en geslacht door, en wordt tot het geven van elke levensbeschouwing onbekwaam; of het moest dan die alles verstuivende levensbeschouwing zijn, kerk wel goed
hun omgeving
is,
of slechter
die er op neerkomt, dat het alles enkel
persoon aan hebt,
maar
zijn vrijen wil, d.
w.
z.
aan de personen hangt, en
den
in
dat ge eigenlijk geen levensbeschouwing
alleen het bestaan van eindeloos uiteenloopende personen, of
beter gezegd, individuen
bij
u zelven vaststeldet. Met die ten deele ware
tegenwerping vordert ge dus hier geen stroobreed. De feiten in het leven
veranderen er niet door. En zoolang ge een belijdenis vasthoudt, die door de telkens wederkeerende feiten in het leven regelrecht weersproken wordt,
moet wel van tweeën één gebeuren: verliest, óf
ook dat ge, aan
uw
werkelijkheid een sluier hangt,
om
noch het één noch het ander tegelijk
erkent,
dat Gods
óf dat ge het geloof
aan
uw
belijdenis
belijdenis vasthoudende, opzettelijk voor de
haar niet
wil,
te zien.
maar en aan
En wie
nu,
met
ons,
zijn belijdenis kleeft,
en
voorzienig bestel in de werkelijkheid uitkomt,
weigert daarom in die tegenstelling te berusten, en voelt zich gedrongen,
met
die
feiten
denken en haar die
feiten
gemeene
der werkelijkheid voor oogen, te onderzoeken,
om
te zien,
zijn belijdenis
dieper in te
op wat wijs ze zich tegenover
handhaaft. Dit nu leidt ons rechtstreeks tot het leerstuk der
gratie, overmits het juist dit vergeten en verwaarloosd hoofdstuk
onzer belijdenis
is,
waarin voor
dit
punt zich de oplossing aanbiedt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Abraham Kuyper Collection | 692 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Abraham Kuyper Collection | 692 Pagina's