Sociale hervormingen - pagina 130

120

ArL

12.

Het

artikel

Referte aan § 5 ad 2;;/ der Algemeene beschouwingen. kent den kleinen ondernemer, onder de daarin gestelde voorwaarden, het recht toe zich en zijne weduwe bij de Bank te verzekeren. De leeftijd van 30 jaren levert geen bezwaar op. De groote massa der kleine ondernemers werkte voor loon van niet meer dan 1000 gulden per jaar, alvorens kleine ondernemer te worden en de verzekeringsplicht duurt dan, na het laten varen van den loonarbeid, ingevolge het tweede lid van art. i voort. De personen, die alvorens kleine ondernemer te worden, voor loon van niet meer dan 1000 gulden per jaar werkten, hebben dus geen behoefte aan de bevoegdheid om zich vrijwillig te verzekeren.

Wat betreft hen, die kleine ondernemer worden zonder eerst tegen loon gewerkt te hebben, deze zullen bijna altijd vóór het bereiken van den leeftijd van 30 jaren kleine ondernemer worden en de leeftijdsgrens levert voor hen dus ^een bezwaar op. Blijven dus alleen over zij, die na het bereiken van den leeftijd van 30 jaren kleine ondernemer worden zonder vroeger werkzaam te zijn geweest tegen loon van niet meer dan 1000 gulden per jaar, doch dit zullen slechts enkelen zijn. Het voorgaande geldt niet voor het overgangstijdperk. Er zullen dan een aantal kleine ondernemers zijn, die den leeftijd van 30 jaren bereikt hebben en op dien grond van de verzekering zijn uitgesloten. Voor een overgangsbepaling te hunnen behoeve achten ondergeteekenden geen termen aanwezig. Het toelaten van een aantal bejaarde personen tegen de gewone premie zou de kosten van het overgangstijdperk nog hooger maken en zou bovendien een anomalie doen ontstaan. Waar de kleine ondernemer niet aan den verzekeringsplicht onderworpen wordt, kan er van opneming in art. 10 van 70-jarige kleine ondernemers geen sprake zijn. Maar dan ware het niet rationeel den bejaarden kleinen ondernemer de bevoegdheid te geven zich, door enkele jaren of slechts één jaar wekelijks een geringe premie te betalen, een rente van 104 gulden te koopen (art. iii). De kleine ondernemer is alleen dan bevoegd zich bij de Bank 1

te verzekeren, indien hij,

tig

zoude

zijn

geweest;

ló jaar oud zijn er oogenschijnlijk

(art.

ware hij loonarbeider, verzekeringsplichmoet dus in Nederland werkzaam en

hij

i),

hij

mag

niet invalide zijn, al bestaat

geen gevaar hoegenaamd, dat hij blijvend invalide zal worden (zie art. 9, eerste lid en de toelichting dezer bepaling) en hij, noch zijn niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot mogen in de vermogensbelasting aangeslagen zijn (art. 10). Bij verschil over de vraag of hij zich vrijwillig mag verzekeren, zal beroep op den administratie ven rechter worden toegelaten van de beslissing van het bestuur der Bank, behoudens het straks te vermelden geval. Hij wordt tot de verzekering niet toegelaten zonder genees-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen