Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 14
college-dictaat van een der studenten
:
;
Locus DE Providentia.
14
heidsbegrip
ra
in
ligt
Try.yrx
'^v
airw
(Tuvïa-rriy.i
dingen bestaan
(alle
te
zamen
Hem). De idéé van de providentie nu wordt rechtstreeks overgebracht op het subject van Hem, die tevens onze Middelaar en Verlosser is. Dus eenerzijds vinden we de providentie Gods op zich zelf, anderzijds rechtAltijd wordt het geestel. en streeks met het soteriol. werk in verband gezet. het natuurl. leven met elkaar in organ. samenhang gebracht. Alle voorstelling, alsof het burgerl. en gewone leven aan zich zelf ware overgelaten als van
door
leven
in
en
orde
inferieure
ons
wij
Vraagt men nu: „wordt er
in
de Schrift,
in
in
een mystiek, separaat
in
den wortel afgesneden.
de boeken van het N. Testament
over het voorzienigheidsbegrip op zich
gesproken
nooit
moesten trekken
terug
eigen kring der Christenen wordt dus
los
zelf,
alles ?"
van
maar het komt uitsluitend voor onder geheel bijzondere auspiciën, n. 1. : wanneer een apostel optreedt voor een heidensch gehoor (zooals Paulus op den
Ja
Areopagus,
enz.),
want dan gebruiken de Apostelen en Paulus
het algemeene voorzienigheidsgeloof der heidenen als
de openbaring van den Christus
te
in het
bijzonder
punt van uitgang om
tot
komen:
Hand. 17 : 24 v.v., 't verhaal van Paulus op den Areopagus. De voorstelling van vers 24 en 25 was evenzeer de heidensche dat God alles gemaakt heeft :
„de Natura Deorum"). Maar
en onderhoudt
(zie
waar
hij
eigen
alleen
daar waar
zijn
hij
dit
mededeelt of
denkbeelden
staat tegenover heidenen,
vinden als hij
bij
wie
we
niet in zijn brieven,
onder hij
Israël optreedt
een aanslultingspunt
zoekt.
Hand. 14 in in
16, 17
:
vinden
vóór de volken,
tijden
en
vruchtbaarheid
regen,
we
wie
tot
waar Paulus zegt, dat óök in de Gods voorzienigheid was geopenbaard
het evenzoo,
hij
sprak,
genieting.
allerlei
We
wereld.
zien echter, dat
hier
hij
weer
staat in
evenzeer
Ephese voor een heidensch
gehoor, releveerend, wat ze reeds gelooven van hun goden, te
we
Hier dus vinden
algemeene phrasen de voorzienigheid Gods verkondigd, ook over de heiden-
brengen op den God
Ook
dient gelet te
waar we
in
een
dan
aansluiting
eerst
het
aan
de
Koninkrijk
toegeworpen worden,"
over
deze dingen bekommerd
toch niet gerust voortleven.
zijne gerechtigheid,
terwijl zijn,
die
twee
juist in
25—34
die plaats
we
alle
:
is
zoekt gij
deze dingen zij
dus Gods voorzienigheid kennen, maar
Er wordt dan
lijnen
want
:
des velds een
van de heidenen gezegd wordt, dat in aansluiting
hoe Christus' verkorenen zich moeten gedragen.
Nemen We nu
Ook
leliën
heidenen, want aan het slot lezen
Gods en
zullen u al
dat dan over
worden op de schitterende passage van Matth. 6
verband met de vogelen des hemels en de
breede teekening van Gods voorzienigheid vinden. er
om
Israëls.
daarmee aangegeven,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's