Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 1005
college-dictaat van een der studenten
;:
:
moest
De Mediatoris
Caput
V.
om
verwarring van beide
alle
Officiis.
§
9.
voorkomen
te
De manere
—
189
regio.
afgescheiden van allen
aardschen glans, pracht en majesteit, gansch losgemaakt van dat koningschap naar
De aard en
de wereld.
het karakter van dat geestelijk koningschap
door innerlijke geestelijke macht
is
reageeren tegen verdrukking, kruislijden en
te
dood en alle vijanden te overwinnen. Terwijl dus het aardsche koningschap Herodes en Augustus was ten onder gebracht, toont juist dit geestelijk
door
koningschap
Ook zóó
zijn
er
is
macht.
dus
immers had,
schap ligt
daar,
zelf
komt.
bij
Christus van geen erfrecht sprake. Het typische koning-
waar de antitype In
was, een terminus ad quem en die
wijl het tj'pisch
juist
De schaduw
verschijnt.
gaat
weg
als
de persoon
den aard van David's typisch koningschap lag dus, dat het ophou-
den moest, zoodra de Messias
zelf in
't
vleesch verscheen.
geboren wordende, erfde dus dat typische koningschap
omgekeerd verdwijnen.
Evenals
typische
het
Christus
niet
Hij
;
Maria
deed het
juist
ophield, zoodra
priesterschap
Christus als de ware priester zijn waarachtige offerande aan
uit
't
kruis gebracht
ook het typisch koningschap op, zoodra de ware koning in verscheen en zijn macht uitoefende. Cf. Ezech. 21 't vleesch 27: „Ik zal de kroon omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen ja zij zal niet zijn, totdat hij had,
zoo
hield
:
;
kome, die daartoe recht heeft en dien
Met deze in
dat vraagstuk prikkelde,
Hij
nl.
zal."
de quaestie der twee zwaarden. Hij
is
aarde rondwandelde
op
dat de paus
Heeft Christus
dus eigenlijk koning van dat land geweest,
en heeft Christus den paus van
;
stedehouder op de wereld aangesteld
zijn
geven
quaestie hangt een andere samen, die vooral Rome's belangstelling
de kroon van David geërfd en toen
Ik dat
—
dan
ook opgelegde Souvereine macht
Rome
als
vloeit hier logisch uit voort,
heeft over de koningen en vol-
keren dezer aarde. In
nu
tegenstelling
op ons
het
ligt
dat Jezus
uit
juist
met
al
hangen
dat
aan Jezus'
aardsch koningschap,
en wel te bepalen de geaardheid van het koningschap, Zie wat daarover gezegd
den hemel uitoefent.
is
in
de § „de
Exaltatione Christi."
Desaangaande nu 1«
geen
is
drieërlei
meening
van hen, die Christus alleen vollen
goddelijke
ernst
maken
eigenschappen
;
die
door
als
God nemen en met
beweren, dat Christus y.pC^ic
verborg,
zijn
menschelijke natuur
bij
zijn
maar dat
die
incarnatie zijn y.pykc
bij
de
hemelvaart ophield en toen de volle heerlijkheid uitstraalde. 2e
Van
hen, die vlak omgekeerd, in Christus alleen een mensch zien en geen oog
hebben voor de goddelijke natuur
in
Hem
en die nu stellen, dat Christus
zijn
schelijke natuur een tijdlang na zijn incarnatie in beperktheid heeft ingedrukt, bij
zijn
menmaar
hemelvaart de volle ontplooiing van die menschelijke natuur erlangde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's