Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 154

LOCUS DE PROVIDENTIA.

154

Exodus 9

In

God

dat

feit,

we

12 vinden

:

niet het zeggen,

maar het doen, het

positieve

Pharao's hart verhardde.

Sam. 16 : 10. David wordt door Simei aangekrijscht en beschimpt. Abisai wil daarom den krijschenden, scheldenden Jood te hjf, om hem den kop voor de voeten te leggen. Doch David antwoordt, dat God aan Simei had bevolen, hem te vloeken. Nu is vloeken en schimpen reeds op zichzelf een kwaad: IJ

kwaad wordt nog grooter, waar de koning, de van God gestelde overheid met smaad bejegend wordt, omdat het dan aanranding is van de goddelijke

dat

souvereiniteit

en

;

hier

het

is

feit

slimmer, omdat David na opzettelijken

te

des Heeren door Samuel gezalfd was. Toch zegt David, dat Simei handelt

last

op bevel Gods. /

Kon. 22

het

15 vv. Dit komt hierop neer, dat de profeten met Zedekiaaan

:

hoofd valschelijk profeteeren, leugen voorspellen,

Leugen

van dood en ondergang. invaart

in

een solidair kwaad

is

de leugen

nu zonde.

is

omdat

het heilige, en

hij

overwinning

n.1.

in plaats

Hier een zware zonde, omdat hier in die reeks

geworden. En toch zegt Micha, de ware

van mannen

profeet, dat die

leugen openbaar wordt en in de profeten inkomt op bevel des Heeren.

Psalm 105 waarin

Deze Psalm

25.

:

een van de groote, historische Psalmen,

is

Hier wordt het

eigen verleden bezingt.

Israël

feit,

dat de eerst wel-

gezindheid der Egyptenaren tegenover de Israëlieten omslaat

willende

senhaat, toegeschreven aan eene oorzaak, die haar motief

God

in

in

vindt

:

ras„Hij

keerde hun hart om." Jesaia 19

in

voorstelling

11

koningen en

de

in

het

dat

op wie

volken,

naderde,

zij

Israël

„Want

:

het

mochten

Israël stuitte,

het

erkennen

moeten

En nu zegt de maakte,

niet te in

hun

Schrift, dat

om

voor

zijn

doen

is

zin,

de tegen

God

en

te

zij

;

de

hadden, toen

oppermacht, omdat het daartoe

zonde.

Hoe

hart, of ze tegen

is

die

Israël

zonde ontstaan ?

zouden optrekken

hun hart verstokte, d. w. z. wijken, „opdat hij hen verbannen zou.

de Heere

Israël te

als

Hier wordt dus

Israël niet tegenstaan, in

dat hun geen genade geschiedde etc."

zondige

Gods is ook in datgene, wat was van den Heere, hunne harten

oorlog optreden tegen Israël voorgesteld als een zonde

Er was een zekere aarzeling

ze onwillig

uitspuwsel.

zijn

uitspraak, die ons toont, hoe in de

met oorlog tegemoet gingen enz."

van God was verordend. Dat

of niet.

in

om-

der H. S. het bestuur en bestel

met geweld,

Israël

een dronkaard

als

20 vinden we ook een

:

zonde veroordeeld wordt verstokken,

de Egyptische raadslieden heeft de

in

ingeschonken, zoodat het volk van Egypte

geest

boosheid

zijn

Jozua

In

14.

verkeerden

Heere een

woelde

:

zelf

Dus wordt

Zijn volk

beslist uitgesproken, dat

ingaande neiging door

God

verhard en verscherpt, opdat die volken zouden worden uitgedelgd.

de

zelf is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen