Zions roem en sterkte - pagina 164
:
;
ARTIKEL XXV.
156
vloeit uit het welbehagen Gods, en voor een zekeren tijd duurt, zooals onder het O. Testament de burgerlijke en schaduwachtige wetten geweest zijn óf natuurlijk, als die gegrond is in de natuur van God, of den mensch altijd en overal verplicht, zooals de zedelijke wet der tien geboden is. ;
Vraag. Wat noemt gij de wet der politie, of de burgerlijke wet ? Antw. Dat gedeelte der goddellijke wet, volgens hetwelk het gemeenebest van Israël, in vrede en oorlog, door Gods bevel moest worden bestuurd. Vraag. Oefende de Heere Zijn gezag over Israël in het burgerlijke ?
Op
eene bijzondere wijze, waarom Gideon tot Israël over u niet heerschen, ook zal mijn zoon over u niet heerschen De HEERE zal over u heerschen Ook gaf God dit zelf te kennen, als Hij tot Samuel zeide, 1 Sam. 8 7. Hoor naar de stem des volks, in alles dat zij tot u zeggen zullen, want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat ik geen Koning over hen zal zijn.
Antw.
zeide
:
Ik
zal
!
;
:
Vraag. Wat behelsde deze Wet ? Antw. Geboden, welke 1. den overheden leerden, hoe zij zich moesten gedragen in het bestuur van het gemeenebest; 2. den onderdanen, hoe zij zich jegens de overheden en richters moesten houden, mitsgaders aan het gansche Joodsche volk, in zaken van geschil; 3. hoe zij zich hadden te houden onder elkander, met uitsluiting van die, welke als vreemdelingen onder hen waren. Vraag. Wat al meer ? Antw. De uitvoering der uiterlijke straffen, welke God op de over28. Als iemand de treding Zijner geboden had bedreigd, Hebr. 10 wet van Mozes heeft teniet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid^ onder twee of drie getuigen. Vraag. Tot wat einde gaf God deze wet aan Israël ? Antw. De Heere deed zulks 1. om het Joodsche gemeenebest in eene goede orde te houden, welke orde betamelijk was aan Gods regeering; 2. om de Joden daardoor te meer af te zonderen van de zeden en gewoonten van andere volkeren 3. om de wet der zeden dus veilig te beschutten tegen verachting :
of overtreding derzelve.
Vraag. onder het Antw. wet geen
Zijn wij ook aan deze Nieuwe Testament?
burgerlijke
wet verbonden
Sedert de afschaffing van Israëls burgerstaat heeft die dan alleen aangemerkt in haar algemeene plaats meer en zedelijke gronden naardien zij voor het overige ten eenenmale geschikt was voor dien tijd, landstreek en bijzondere ge;
;
steldheid van het Joodsche volk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's