Zions roem en sterkte - pagina 174
:
ARTIKEL XXVI.
166
blijkt uit hunne schriften. En hier moet men niet voorbrengen, dat wij het niet waardig zijn ; want het heeft hier de meening niet, dat wij onze gebeden op onze waardigheid zouden voordragen, maar alleen op de uitnemendheid en waardigheid onzes Meeren Jezus Christus, wiens rechtvaardigheid de onze is door het geloof. Daarom, de Apostel, willende deze zotte vreeze, of veelmeer dat mistrouwen van ons nemen, zegt ons, dat Jezus
Christus Zijnen broederen
een
barmhartig
de zonden verzocht
en
des
in
geworden
alles gelijk
is,
opdat Hij
een getrouw Hoogepriester zoude
volks
te
verzoenen
;
want
in
zijn,
hetgene Hij
om zelf,
geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht
zijnde,
En daarna, om ons nog meer moed gaan, zegt Hij : Dewijl wij dan eenen grooten Hoogepriester hebben, die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zone Gods, zoo laat ons deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geenen Hoogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar die in alle worden,
ie
te
geven
om
hulpe komen. tot
Hem
te
is verzocht geweest, doch zonder zonde. dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Dezelfde Apostel zegt, dat wij vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus laat ons dan toegaan,
dingen, gelijk als wij,
Laat
ons
;
zegt
hij,
in
volle
verzekerdheid
des geloofs, enz.
Christus heeft een onvergankelijk priesterschap;
volkomenlijk
kan
gaan, alzoo Hij
zalig
maken degenen
altijd leeft,
die door
om voor hen
Insgelijks
waarom
Hem
te bidden.
Hij
ook
tot
God
Wat
ont-
ben weg, en de waarheid, en het leven niemand komt tot den Vader dan door Mij ? Waartoe zouden wij eenen anderen Advocaat zoeken, aangezien het God beliefd heeft ons Zijnen Zoon tot eenen Advocaat te geven ? Laat ons Hem niet verlaten, om eenen anderen te nemen ; of veel meer, eenen anderen te zoeken, zonder hem immermeer te vinden ; want toen God Hem ons gegeven heeft, zoo wist Hij wel dat wij zondaars breekt er meer, dewijl Christus zelf deze uitspraak doet
de
:
Ik
;
waren. Daarom, volgens het bevel van Christus, zoo roepen wij den hemelschen Vader aan door Christus, onzen eenigen Middelaar, gelijk wij in het gebed des Heeren geleerd zijn ; verzekerd
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 174](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's