Starrentritsen - pagina 88
;
86
Maar even vast als we dit hopen durven, even helder dringt 't zich aan ons op, dat er van een stembusoverwinning in 1917 voor ons geen sprake kan zijn, indien de breuke die 1907 1913 in geheel onze Partijpositie sloeg, niet tijdig geheeld wordt. Het was met het oog hierop, en hierop alleen, dat we nu reeds de
—
hoog-ernstige vraag naar de heling van deze
voelden
Veel
wonde
ter
sprake brachten.
ook wij voor wat de heer Heemskerk
dammer opmerkte,
in
de Rotter-
Bestand deze Partijtwist niet rusten kon maar voor ons stond van meet af vast, dat de medicatie niet op korten termijn te verkrijgen zou zijn, en dat daarom het sondeeren van de wonde niet kon en niet mocht uitgesteld. In onze slot-driestar van a.s. Maandag zullen we ons veroorloven aan te duiden, op wat wijze o.i. de serieuze genezing van wat wond werd,
of in het
te verkrijgen zal zijn.
Vooraf
echter
nog
een
kort
woord over
hetgeen
onze drie-
starren te berde brachten.
Niet „de zachte geneesmeester" was hierin aan 't woord, en het bekende spreekwoord herinnert klaar genoeg waarom niet. Er was in casu, naar onze vaste overtuiging, én formeel én materieel een zeer alle
ernstige
fout
begaan, en
uit die
ééne fout was,
overige Partijjammer voortgekomen.
als nabloeding,
Dit moest ons wel de hou-
wat maar wat niet anders kon. Plichtshalve deden we ten deze, wat we op zichzelf liever gemeden hadden, daar er zich, voor zoover ons bekend, van 1874—1907 nooit eenig principieel verschil, of conflict, tusschen den Voorzitter van ons Centraal-Comité en dezen nu oud-Minister had voorgedaan. Juist dit maakt de feil van December 1907 zoo onverklaarbaar, maar liet dan toch van zelf hope op reconciliatie ook in politieken zin. van Mr. Heemskerk persoonlijk
ding
we
ter
sprake doen brengen
;
uiteraard niet anders dan ongaarne deden,
Maar
er is meer.
niet anders, of ook andere staatslieden en geleerden onze asteriskenreeks aan de orde/ en ook ten hunnen opzichte kon niet alle critiek noch alle toetsing achterwege blijven. Dit nu schijnt op een enkele, die er zich op toelegde om tusschen de regels te lezen, den indruk te hebben gemaakt, alsof onzerzijds enkele hoogleeraren der Vrije Universiteit door ons verdacht werden van beginselverzaking. Kon dit ? Wie dit waant, kent blijkbaar Prof. Anema's studie over het Calvinisme en de Rechtswetenschap niet. Van den hoogleeraar Diepenhorst wezen we zelf op zijn Calvinistische oeconomische opvatting. Wat we desaangaande opmerkten, was dan ook niet anders dan een verwijzing naar een niet onmogelijk gevaar dat dreigen kon, en zulks op grond van het niet te loochenen feit, dat bij wat men ten gehoore bracht, althans in de Pers, de deductie
Het
kon
kwamen
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's