Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 68
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
JEGENS GOD.
60
§
Jegens God.
17.
Geheel
om
We
van
geldt
het tweede probleem, doelende op de
God van ons toekomen. We zijn in het minst niet God te doen, wat we willen of niet willen. God in een bepaalde verhouding. Uit die verhou-
aan
die
rechten, vrij,
zelfde
't
ten opzichte van
staan ook tot
komt gebod en verbod
ding
Het
op.
door menschelijke zelfverheffing wel en
sensualisten
men wel vaak
ontadelt
Gods Naam meer
stoot
zich
een op gelijke wijze bedorven gezelschap geen aan-
in
geeft
wekt grove
maar van nature
;
Heidenen
loochening
dat
gegeven,
en
Hem
dat
ieder
toch
in
te
zeer voortgeschreden, dan
God nog
onrecht geschiedt.
Het natuurlijke,
gemeen besef
Gode
tweeërlei
maar ook anderzijds een
bij,
rechtens
zij
het
worde
toekomt.
geheel ons verborgen leven.
zijn
omgeving bekend
waarvan de wereld en Gode.
is
eere
eenerzijds een leven, dat niet
leven,
leven,
dat alleen hemzelve bekend
Hem
wat
worde,
de tweede plaats
wil, dat
Gode, maar ook hemzelf, en deels aan
alleen
altoos zoo onder
de uitspraak van het gemeene volks-
gegeven
leidt
al
van
het bederf
Is
onder Joden en Christenen zekere
als is
verzwakte
komt dan
Hier
Een
Gode hierdoor
dit niet alzoo.
is
lastering
op, en
ergernis
zonde
door
en
Mahomedanen,
en
ontroerende
ook
geesten
een mate,
innerlijk leven allengs in zulk
zijn
van onze menschelijke natuur nog niet
besef,
zelf verheerlijkende
meest drieste Godloochening en de smadelijkste lastering van
de
dat
ten slotte
slijt
en vooral onder materialisten,
uit,
wetenschap
de
in
besef hiervan
is,
niets verneemt, en
Zelfs kan
men met Psalm
19
vers 13, waar de Psalmist bidt: „Reinig mij van de verborgen afdwa-
nog een
lingen,"
aan ons
toch,
in
dat
we
in
onze
onze
derde
kategorie
zijn.
van zonden, die
zelfs niet
we
dit laatste,
Doch
al laten
onder het recht vallend, hier
uit,
zoo
blijft
dan
onze eigen conscientie lang niet zoo zeldzaam ons verwijt, onze verborgen gedachten, bedoelingen
wilsneigingen
en
in
onze
we op
onze plannen en voornemens,
voorstellingen
iets
toch op de knieën belijden doet
leggen
in
overleggingen, plaats in onze gedachten, in
en
wat tegen Gods recht inging,
hierbij
stellen
Gode bekend
en alleen
rechtstreeks
niet
als
dat
zelf,
het recht
:
wat, „Ik
al
heb
hebben
gegeven aan
weet geen mensch ervan, ons
uw wet
Gods weer zoo
geschonden."
vollen nadruk, wijl
Ook men
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's