Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 532
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
HET STAATKUNDIG PARTIJWEZEN.
524 reeds op
totaal
in
ƒ
c.
230.000.000, terwijl de bevolking in 1830 ge-
rekend werd op 2.613.487,
in
1909 op 5.858.175 inwoners stond, en
Alzoo sedert 1848 een
sinds tot 6.350.000 aanwies.
stijging
met 108 %,
ongeveer verdubbeling, terwijl de uitgaven zich bijna verviervoudigden.
van
stand
dien
Bij
kon
zaken
het niet anders, of de Staatspartijen
moesten ook het finantieele vraagstuk
en waar elk partijprogram er van zelf op mogelijk
gram
om
laten
bij
uit
kon het
aantal kiezers te lokken,
sterke neiging ontstaan,
hun partijprogram opnemen
in
moet
zijn,
om
niet uitblijven of er
de vaststelling van
moest
zijn finantieel
pro-
het particulier belang van de onderscheiden groepen kiezers te
meerekenen. Dit raakte de verhouding tusschen de directe en de
directe middelen, daar de eerste altoos het meest afschrikken,
bedragen.
betalen
op
kleiner
de
mindere
en de Gemeente
iets
de meer-gegoeden
middenstand,
een vroegere periode
te
te
weinig
meeidere gemakkelijkheid, waarmee van het
behoeve van het
Rijk,
de Provincie
kon worden afgestaan. Naar verhouding betaalden weinig
te
veel.
te
verband
verbetering
of
er in
inkomen ten
grooter
of
was
Stellig
in-
maar ook
inkomens en de aan belasting
ten andere de evenredigheid tusschen de
gelet
;
een zoo groot
de minder-gegoeden, en vooral de kleine
;
Nu moest
houden
natuurlijk de hierin aan te brengen
met de
economische
regelen,
die
den
maatschappelijken toestand beheerschen, maar naarmate het stemrecht
werd uitgebreid en de onderscheiden Staatkundige klassen van belastingschuldigen
breeder
anders,
niet
te
onder
of
om minder
opkomen,
worden aangeslagen.
een
wezenlijk
zeer
kiezers
in
't
gevlij
de te
kiezers betalen,
En
op aan,
er
dat de
in,
moest van allen kant de begeerte
komen.
om
aan
De ééne
de partij
lukkigen,
die tot de laagste klasse
worden. of te
in
de
groepen
van
gaf hieraan schaamtevrij
uit.
Steeds drong in
het be-
blijven,
belastingen,
Ongetwijfeld
van gegoedheid behoorden, geheel
Een element dat
vrijgesteld.
worden en buiten spel kon bijdragen
breedere
meer gegoeden een ruimer aandeel
bedrag
worden
hooger
voor hun rekening zouden krijgen en dat de onge-
noodigde
zouden
met steeds
of althans niet onevenredig
loozer toe dan de andere, maar niet ééne ging ik
partijen
doen kregen, kon het wel
stak er voor de partijen uit dien hoofde
belang te
te
mede
te
minder verzaakt kon
zoolang nog steeds het
al
of niet
besliste voor het al of niet kiezer
heeft dit belang van het al of niet, en te veel
weinig betalen, ook op het partijprogram der Antirevolutionairen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
![Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 532](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/antirevolutionaire-staatkunde/1916/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's