"Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" - pagina 14
een woord voor onzen tijd, naar aanleiding van wat door Dr. A. Kuyper in "De Heraut" van 3 Juni 1917 geschreven is
14 ,Te dezen opzichte nu mag ondersteld, dat Paulus eerst niet op de hoogte was van Jezus' reden over de Parousie, doch dat Thess. 4: 15 zoo vreemd had uitjuist waar hij zich in hij, gelaten, door anderen op de profetie omtrent de Parousie zal gewezen zijn, en nu, hierop met hoogen ernst ingaande, opzette1
de
zijn
in
lijk
ware
tweeden
positie
aan dezelfde Kerk van Thessalonika,
brief
en de juiste verhouding
gegrepen
het licht
in
heeft gesteld."
Paulus zich
Alsof
Het in
1
Kor. 15
Welnu,
den eersten
15 schreef
salonika; in welken brief Isten
brief
aan
de
Paulus enkele jaren
hebben
dingen
juist dezelfde
Kor.
1
in
verschreven had!
brief
dat Dr. K. geheel overtuigd
blijkt,
schrijft als in
dan
—
Thessalonikers later
1
Thess.
4.
enkele jaren later dan 2 Thes-
hij
hij
dat de apostel
is,
—den
volgens Dr. K.
herroepen
Zou
heeft.
dus weer „in een waan" verkeerd
?!
„Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" de apostel ook ons nog
toe.
(2 Thess. 2
*
*
:
roept
3.)
.
.
,
*
Zoo we ons houden aan
het
Woord van God,
zijn
we
gewaarborgd, dat we niet op de Want wat zegt ons dit Woord ? Dat de wettelooze mensch der zonde, de zoon des verderfs, die in vs. 4 getegengehouden wordt zich te openbaren noemd wordt eenigerlei wijze misleid worden.
—
—
door een macht grooter en sterker dan hij. En deze grootere en sterkere macht is de Heilige Geest Gods, die in de Gemeente van Christus en in elk waar geloovige woont.
Maar 17 en
is 1
de Gemeente van Christus, volgens Kor.
15:51—55, en
plaatsen der Schrift, eenmaal
Fil.
3:20,
1
Thess. 4:
16,
21, en vele andere
weggenomen van deze
aarde,
dan is de Persoon des Heiligen Geestes ook naar den hemel teruggekeerd, en aan de openbaring van dien vreeselijken
mensch der zonde, den zoon des verderfs, staat dan niets meer in den, weg. Hij zal zich in zijn volkomen Gode vijandig karakter openbaren. Doch „de Heere Jezus zal hein verteren met den adem zijns monds, en te niet doen door de verschijning zijner komst." (2 Thess. 2 8.) In Openb. 19;ll_2l wordt ons dit van uit „den geopenden hemel" :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's