Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 223

VOOR SOCIALE RECHTVAARDIGHEID.

201

nieuw terrein leiding ontvangen. Daaruit verklaren wij de artikelenreeks: „Christus en de sociale nooden".

De volgende grondgedachten worden zucht als zoodanig

daarin ontwikkeld:

onheilig; de dienst van

is

Mammon,

den dienst van God over. De schat, die werkelijk

En om

geestelijk gebied.

men

zijn

behoeften

in

te

vrij

tegenover

krimpen en

rijk

Mammon

zijn

De

geld-

staat tegen

maakt,

ligt

op

te blijven, heeft

vertrouwen

niet

op het

maar op den Schepper te stellen. Maar wat nu te doen met het bezit, met het goed en het goud, waarover ge meester zijt? Dr. K u y p e r betoogt, dat te dien opzichte in de Bergrede drie schepsel

op uw eigendomsrecht; aan wie uwe hulpe inroept, en 3e. geef aalmoezen. Gemeenschap van goederen predikt de Heere niet. Hij onderstelt

uitspraken voorkomen:

Ie.

Sta niet

te sterk

2e. leen

veeleer, dat de ongelijke verdeeling

mag

niet gezegd, dat

van het bezit

zal stand houden.

Ook

de Heiland het ongelijk bezit slechts voorloopig

aanvaardde, maar op gelijkheid van bezit aanstuurde. Dit laatste kan niet omdat de Christus in de Bergrede den grondslag van het Koninkrijk der hemelen in zijn aardsche regeling teekent en dus uitspreekt wat geldt tot Zijn wederkomst. Dit blijkt uit Matth. 25,

waarin verklaard wordt, dat

den dag des oordeels hij die den naakte gekleed en den hongerige gespijzigd heeft, ten leven zal ingaan. in

Dit zou geen zin hebben indien Jezus' bedoeling geweest ware, dat

aanstonds gelijkheid van bezit moesten Invoeren.

zijn discipelen

De

Christus onderstelt dat de ongelijkheid van bezit tot Zijn wederkomst zal aanhouden. bezit, niet

de

Maar Hij heeft gewild, dat ook op het gebied van het maar de liefde zou heerschen en dat deze liefde

nijd,

zooveel mogelijk de ongelijkheid zou vereffenen.

Jezus zegt

niet,

dat alle geld, dat de rijkere voor levensgenot of

eerbetoon besteedt, weggegooid heeft voor het dagelijksch brood, bruiloft te

Kana

en dat al wat men niet noodig moet weggegeven worden. Op de

is,

staat Jezus niet op,

om

te

zeggen dat men water

armen geven. Ook, wijst de Heere de spilling van een nardus die 300 denariën waard was, niet als verspilling af. Dat deed Judas, terwijl Jezus omgekeerd antinplaats van wijn zal drinken en het geld den

woordde, dat Maria's daad haar eerde.

Maar wel bestraft Jezus het bezit van geld en goed als de mensch mee omspringt als een hond die een hoop kluiven vindt, en, al kan hij ze zelf niet goedschiks verorberen, toch gromt en bromt, als er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen