Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 25

JEUGD EN STUDIEJAREN.

De

3

Theologische faculteit van Groningen had een prijsvraag

uit-

geschreven over het kerkeUjk vraagstuk ten dage van Calvijn en

De Vries

a Lasco, en op aandrang van Prof. te

De

beantwoorden.

besloot

moeilijkheid echter was, dat de

hij

die

werken van

a Lasco nergens te vinden waren; de Leidsche, Utrechtsche en Groningsche bibliotheken zoowel als de grootste buitenlandsche, bezaten van den Poolschen Hervormer zoo goed als niets. Toen het plan om naar de bekroning te dingen reeds opgegeven was, ried Prof.

De Vries

zijn leerling

aan zich

tot zijn vader, predikant

had gestudeerd en zoo was van een uitgebreide bibliotheek. „De drang" schrijft Dr. K u y p e r, „was te wel gemeend om er weerstand aan te bieden, en ik ging naar Haarlem, daar vond ik den eerbiedwaardigen grijsaard, die sinds ten grave werd gedragen, met de volte

Haarlem,

te

wenden, die veel

in Kerkhistorie

—

in het bezit

komenste humaniteit en de

hartelijkste

verhelen, voor zoover

hij

deelneming

maar

volgaarne tot helpen bereid

zich herinnerde,

was

in mijn plannen,

mocht

dit

hij

mij niet

er in zijn boekerij

van het door mij gezochte niets. Wel een boekje van Menno Simons over a Lasco, maar van a Lasco zelf, neen, daarvan herinnerde hij zich niets, wat dan ook, te bezitten. Deze uitkomst stelde mlJ niet te leur. Ik had het niet anders gedacht, en meer om in den Haarlemmerhout nog eens een schoonen middag te genieten, dan in de

hoop op goede vondste, stapte ik acht dagen later weer in het spoor, om den uitslag van het onderzoek te vernemen. Maar hoe u mijne gewaarwording te doen gevoelen, toen ik tot den grijzen prediker toegelaten en op het vriendelijkst ontvangen, hem als de eenvoudigste zaak ter wereld tot mij hoorde zeggen: Dit heb ik gevonden! en hem daarbij wijzen zag naar een rijke verzameling duodecimo's die op een lag. In

trouwe,

ik

tafel

onder het penant gereed

geloofde mijn oogen nauwelijks. Of hoe? In alle

boekerijen van ons land gesnuffeld te hebben, de boekenlijst van

hebben nagegaan. Nergens, nergens, een ook in wat hoek ook en wat ik toen zoo vond is nóg zoo maar eenigszins beduidende verzameling van Lasciana te kunnen

Europa's grootste boekerijen

te

—

—

ontdekken. In alle Florilegia (bloemlezingen), in

voor zeldzame geschriften,

nog eens

te lezen, dat

in alle literarische

men de

naschreef, zonder ze ooit

alle

handboeken

compendiën, weer en

van a Lasco's werken eenvoudig gezien te hebben, dat zijne werken tot titels

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen