GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Een Pranschman onzen kerkelijken strijd. over

Een Franschman, denkelijk een predikant, die in Nederland gecollecteerd schijnt te hebben, en uit dien hoofde het meest in aanraking kwam met Ethische kringen, schrijft omtrent onze toestanden het volgende:

»Indien men in Frankrijk zeide, dat er in Europa een volk is, dat zich warm maakt voor de leer van de verkiezing, en dat dit volk, wat zijn temperament aangaat, het kalmste der wereld is, zou men denken, dat dit een paradox was. Dat volk bestaat toch, en de Hollandsche Gereformeerde kerk is tegenwoordig verdeeld in voor-en tegenstanders van de verkiezingsleer. Men loopt gevaar personen en zaken verkeerd te bccordeelen, wanneer men ze niet bestudeert in de lijst waarin ze geplaatst zijn. De Holl. Geref. kerk stamt direct af van de Reformatie in de zestiende eeuw, maar in hare geschiedenis komen tijden voor, waarin zij haast ingesluimerd is. Hare tegenwoordige kerkorde is haar door koning Willem I gegeven. Toen deze reorganisatie werd ingevoerd, heeft de kerk zich niet laten gelden; alleen het goeddunken van den koning besliste. Laat ons er aanstonds bijvoegen, dat die organisatie in niets het godsdienstig leven belemmert. De grondwet, welke men wil herzien, waarborgt aan de predikanten der verschillende genootschappen het minimum hunner traktementen, men kan die traktementen vermeerderen, maar niet verminderen of opheffen. Langen tijd hebben de Hollanders noch Evangelische redenaars noch predikers gehad en wendden zich toen tot de Waalsche kerk om onderwezen en gesticht te worden. In de kerkeraadskamer der Waalsche kerk in den Haag vindt men boven aan de lijst van stemgerechtigden voor het kiescollege den naam van Z. M. den Koning der Nederlanden.

Vele aanzienlijke familiën behooren tot deze kerk, die tegenwoordig onder hare predikanten en leden uitstekende persoonlijkheden telt. Doch de Hollandsche kerk heeft er behoefte aan gevoeld een eigen bestaan Ie voeren; zij bezit uitnemende predikers en drijft de inwendige Zending; zij heeft hare weeshuizen, hare litteratuur, hare uitwendige Zending; zij heeft den lande poëten geleverd als Beets «n Hasebroek.

Ofschoon de Hollandsche radicalen zeer negatief zijn, was toch de moderne partij in verval; de verschillende orthodoxe partijen vormden de meerderheid in de kerk. Het scheen dat hare victorie verzekerd was, toen plotseling de Calvinistische beweging ten gunste der predestinatieleer zich voordeed.

Uwe lezers weten dat deze beweging geleid wordt door den heer Kuyper. Als modern in de kerk gekomen, 4ieeft Dr. Kuyper zich vervolgens verbonden aan de orthodoxe partij; daarna is hij het hoofd der Calvinistische partij geworden.

Van Dr. Kuyper zegt de Schrijver o. a. dit

»Hij is een uitstekend theoloog, een machtig redenaar en een uitnemend leider, en was een tijdlang lid van de Staten-Generaal. Om zijne denkbeelden te doen triomfeeren, richtte hij een staatkundig dagblad en een godsdienstig weekblad op, stichtte eene Universiteit, waarvan alle hoogleeren geloovigen zijn en die tot basis het geloof der kerk heeft. De theologische studenten aan deze Universiteit kunnen krachtens de tegenwoordige reglementen geen predikanten der Holl. Kerk worden; men is bezig eene kerk voor hen te maken. De Amerikaansche Dr. Schaff zeide van hem, toen hij langen tijd met hem gesproken had, dat men zijns gelijken niet in Amerika had. De stjlhng, die Dr. Kuyper verdedigt, is eenvoudig en verleidelijk door hare absolute logica. Zij luidt: »De Gereformeerde Hollandsche Kerk heeft tot leerstelling en grondslag kerkelijke formulieren, die in de geschiedenis naam hebben; haar grondslag in de Calvinistische predestinatieleer. Ten onrechte heeft de Synode en hebben de andere kerkelijke besturen de moderne richting in de kerk toegelaten. De ware kerk is de historische; men moet die belijdenisschriften als grondslag voor de organisatie der kerk nemen; wanneer er een einde zal gekomen zijn aan den tegenwoordigen, wanordelijken toestand, zal men er maatregelen kunnen nemen om reglementen te maken, die meer in overeenstemming zijn met de vorderingen der Christelijke wetenschap."

Na allerlei dwaasheden over onze toestanden te hebben gedebiteerd, zegt de schrijver het volgende: »Sedert 1879 zijn de ouderlingen beroofd geworden van het recht, om deel te nemen aan het onderzoek, dat ingesteld wordt bij de zoogenaamde aanneming tot lidmaten en hun vragen in zake de leer te doen. De Synode laat hun enkel kef recht om het bewijs van goed gedrag te weigeren, hetwelk noodig is om te worden toegelaten tot het heilig Avondmaal. De kerker, ad Tin Amsterdam, wiens meerderheid beslist Calvinistisch was, weigerde dit bewijs aan de aanstaande lidmaten, die verdacht werden van niet zuiver in de leer te zijn, de hand niet willende leenen tot iets, wat zij ontrouw noemden. Niettegenstaande het verzoek van het Classicaal Bestuur en de Synodale Commissie wilde de Kerkeraad op deze beslissing niet terugkomen en nam een besluit, waarbij de stoffelijke goederen der gemeente moesten bestuurd worden door het lichaam dat de gemeente vertegenwoordigt, ook al werd dit door een hooger bestuur afgezet."

Zoo gaat het door. Het gaat natuurlijk niet aan, om al de valsche voorstellingen, die de schrijver van onzen strijd geeft, aan te duiden. Kennelijk is de schrijver geheel te goeder trouw; de man heeft een collectereis gedaan, hier en daar een woordje opgevangen, het gehoorde tot een geheel verwerkt en meent nu in gemoede, dat hij het Fransche publiek eens goed heeft ingelicht omtrent Hollandsche kerkelijke toestanden. Niet eens schijnt hij op te merken, dat hij de grootste tegenstrijdigheden verkondigt. Duidelijk is het, dat hij zichzelf weerspreekt als op de eene plaats gezegd wordt, dat de synodale organisatie het Christelijk leven in niets belemmert, terwijl ook wordt medegedeeld, dat door dezelfde organisatie aan den ouderling alle medespreken bij de aanneming tot lidmaatschap is ontnomen.

Hoe het mogelijk is dat éen predikant, die toch geacht worden kan eenigszins op de hoogte te zijn der kerkhistorie, beweert, dat wij eerst ons hebben laten onderwijzen en stichten door Waalsche predikanten, maar later omgezien hebben naar eigen herders en leeraars, is ons onbegrijpelijk.

Treurig is het, dat zulk een man het nog onderneemt, om met enkele pennestreken het streven der Gereformeerden, te veroordeelen.

WITCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's