GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Professor Spruyt heeft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Professor Spruyt heeft

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Professor Spruyt heeft gesproken. Hij schreef in De Hervorming een opstel ter beantwoording van de vraag, waarom de Modernen en de Liberalisten thans zoo sterk tegen financieele scheiding van Kerk en Staat zijn.

En wat vernemen we nu 1 Niets minder, dan dit, dat de loochenaars van den Christus daarom de zilveren keten, niet weg willen nemen, overmits zij juist in die zilveren keten de macht meenen te bezitten, om de kerk te ontkerstenen en haar vrije ontwikkeling tegen te gaan. Dit pleidooi nü is zoozeer koren op onzen molen; zoo door en door Jezuïetisch; zoo in verregaanden zin onedel en tyranniek \: an aard; dat het hoognoodig is, dat onze lezers er kennis van nemen.

Het zoekt aan schaanateloosheid zijn weergfi.

Zie er hier een stuk uit:

Wel verre dus \an te meenen, dat de staat zich jegens de kerkgenootschappen zal gedragen als tegenover gewone vereenigingen, verlangen wij, krachtens ons liberaal beginsel, dat hij eensdeels de v/aarde van den godsdienst openlijk erkenne, anderdeels de oogen niet sluite voor het gevaar der kerkelijke heerschappij. Het is van het allerhoogste belang, dat de geestelijken der verschillende kerkgenootschappen beschaafde lieden zijn, die eene wetenschappelijke opleiding gehad hebben en de zegeningen van den modernen staat weten te waardeeren. Daarom moet de staat er naar streven zijne godgeleerde faculteit geschikter te maken voor de opleiding der geestelijken van verschillende gezindheden en geen maatregelen nemen, die haar daarvoor nog minder bruikbaar maken, dan zij reeds is. Het is van overwegend gewicht, dat de lagere geestelijken niet geheel en ai afhankelijk zijn van de kerkelijke autoriteiten. Daarom is het bezoldigen der geestelijken van staatswege niet verwerpelijk, maar een maatregel van verstandig staatsbeleid. Is de dienaangaande bestaande inrichting onrechtvaardig, dan streve men naar betere regeling, maar offere de heilzame instelling zelve niet op. Wenscht een der kerkgenootschappen, dat zijne toekomstige geestelijken vrijgesteld worden van den dienstplicht, dan houde men daarmede rekening, en vordere alleen dat het verleende voorrecht op andere wijze worde goedgemaakt Breidt zich het kloosterleven en het bezit in de doode hand op onrustbarende wijze uit, komen vreemde geestelijken óp onzen bodem hunne anti-nationale denkbeelden verkondigen, dan wijze men de tusschenkomst van den staat niet af met de leuze : »Gij wilt de vrije kerk in den vrijen staat: welnu laat de staat zich dan niet met kerkelijke zaken bemoeien."

Alzoo hier wordt openlijk, luide en zon­ e der besef van schaamte zelfs door een g hoogleeraar van een Overheidsuniversiteit, en die zich kwansuis nog liberaal noemt, z onverholen en 01 verbloemd uitgesproken: s i". dat het Staatsgeld aan de predikanten uitbetaald strekt om hen onder den duim te houden; 2". dat de Staatsbemoeiing strekt, om door de Rijksuniversiteiten het Modernisme in de kerk in te voeren; en 3*. dat o deze zilveren keten dienst doet, om te beletten dat de kerken vrij haar vletigelen r uitslaan.

De redeneering van den hoogleeraar d wordt ndg doorzichtiger waar hij bepaaldelijk de kerkelijke leiders in het oog vat. Er is, zegt hij, godsdienst, die godsdienst ticht kerken, die kerken hebben leiders, en in die leiders steekt het gevaar.

Immers, het is eene dwaasheid, te meenen, at een volk zou kunnen voortbestaan zonder odsdienst, d. w. z' zonder het geloof aan boenmenschelijke machten, die óf liefde wekken f althans gevoelens van eerbied en gehooraamheid inboezemen. Bij volken, die dit geoof verloren, zouden de zedelijke banden, die taat en maatschappij verhinderen uiteen te allen, in een aggregaat van met elkander strij­ n ende enkelingen, weldra worden opgelost. elnu, , de verschillende godsdienstige gezind­ d eden iaelichamen zich in kerken; die kerken v ebben hare \e\A& cs, tn deze leiders, hebbe, n groote acht over de geloovigen.

Wat nu moet tegen deze leiders gedaan.

Nu komt de «volledige scheiding van kerk n staat'' eenvoudig hierop neer, dat de staat ie voor zijne belangen zoo gevaarlijke machen, de groote kerkgenootschappen in het alemeen en de Katholieke kerk in het bijzonder, rijlaat zich rustig en krachtig tegen hem te apenen en zelf alle wapens uit de hand geeft Ik moet bekennen, dat ik zulk eene handelij^e voor de vertegenwoordigers van het staatsezag uiterst gemakkelijk, maar voor de vrijheid van het volgend geslacht bijzonder gevaarlijk vind. Nog altijd stellen wij prijs op vrijheid van denken; nog altijd verlangen wij bij de geboorte van kinderen, bij het huwelijk, bij de begraving van verwanten én vrienden desverkiezende ons te vrijwaren voor de bemoeiingen van den priester. Nog willen wij niet gedwongen worden onze kinderen te laten bedwelmen door de mj'stieke levensopvatting der lieden, die zich met meer of minder succes hebben toegelegd op de drie Katholieke volmaaktheden : de vrijwillige armoede, het coelibaat en de volstrekte gehoorzaamheid aan geestelijke leidslieden. Wij meenen dat de staat in de wapens moet blijven tegen hen, die naar zulke toestanden streven. Wij achten het noodig hem beter te wapenen, omdat de macht van het Katholicisme in de laatste halve eeuw op verontrustende wijze is toegenomen.

Nu weet men het dus, nu is het door een professor klaar en duidelijk uitgesproken.

De Moderne Staat moet de zilveren keten otn de kerken gesnoerd laten zitten, om die kerken te beletten, dat ze haar kerkelijk leven ontwikkelen zouden in verzet tegen de beginselen van het Modernisme.

Prachtige leer! Te prachtiger, waar deze professor de pastoors aan seminariën laat opleiden, en zijn Modernen invloed alleen op de predikanten wil laten gelden.

Te prachtiger, waar de Roomsche kerk geheel vrijgemaakt is, en alleen de Gereformeerde kerken nog in druk zijn.

Te prachtiger, waar deze hooglieeraar dus uitsluitend de historische kerken onzer vaderen heeft uitgekozen, om ze om te zetten in een nationale kerk, dienst doende voor de propaganda van het Modernisme! We zijn Professer Spruyt bijzonder dankbaar voor zijn openhartigheid,

We weten nu dat hij als omkooper poseert.

Hij wil aan de kerken geld geven, mits ze heur eerstgeboorterecht, heur karakter en heur beginsel schaamteloos aan hem verkoopen.

Hij wil den Christus uit zijn kerk bannen, en in ruil voor heur Christus ontvangt de kerk dan zijn geld. Het is prachtig!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Professor Spruyt heeft

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's