GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het derde Jesalaansche wee u!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het derde Jesalaansche wee u!

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wee dengenen, die de ongerechtigheid trekken met koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzélen! Jesaja 5:18.

Met Geldzucht begon het, uit het geldbezit werd de Weelde geboren, en nu met zijn derde Wee ui stelt de profeet zich tegen het kind der weelde, genaamd de Lichtzinnigheid.

Hoe uit overdreven en brooddronken weelde vanzelf de lichtzinnigheid geboren wordt, kunt ge uit uw eigen ondervinding wel nagaan.

Nu en dan toch naamt ook gij wel deel aan een festijn of bruiloftsfeest. En dat nioogt ge, want te Kana in Galilea ging uw Heiland er u in voor. Maar hoe deftig en ingetogen het op de bruiloft, die gij bezocht, ook toeging, dit hebt ge toch wel gemerkt, dat het er cmdcrs toeging, dan in het gewone leven. De zorgen had men van zich gezet. Er heerschte een meer ontspannen stemming. Ook al meed men opgewondenheid, er heerschte tdch een guller, vroolijkei toon dan in den gemeenen omgang. De tongen kwamen meer los. Er kwam meer zangklank uit de keel. Geestige zetten deden opgeld. Kortom, ' ge hebt op zulk een bruiloft meegeleefd op een vrijer en blijder voet dan in uw dagelijksch leven, en ge hebt met de overige feestgenooten de sombere, donkere zij van het leven dien avond vergeten, om aan den lichtkaiit ervan u te goed te doen. .

Maar ook al werd ge daarbij voor zondige uitspatting bewaard, toch ontwaardet ge, thuis gekomen, wel, dat ge uzelven meer of min vreemd waart geworden; dat de gewone rust en kalmte uit u geweken was; en dat de overspanning van zinnen en zenuwen met den gewonen ernst van uw leven niet wel saamging.

Het nam u daarom eenigen tijd, eer ge weer de oude waart, en het gebeurde liet een gevoel bij u na, dat ge toch niet gaarne te dikwijs zoo uit de rust en den ernst van uw gewone gemoedsstemming zoudt geraken.

Zulk een bruiloft is goed, maar het moet een uitzondering blijven.

Eiken dag, of ook maar elke week, zulk een • bruiloft meê te vieren, zou u onmogelijk zijn.

En toch dï'it juist is het, waarop het leven te midden van overdreven •weelde al spoedig uitloopt.

Die overvloed van. spijs en drank en zingenot, die een rustig burger zich slechts een hoogst enkel maal, op zulk een bruilofsfestijn, veroorlooft, keert in die kringen der • weelde eiken middag en eiken avond weder,

Ook is de overspannen toon en de luchthartige kwinkslag in die kringen geen uitzondering maar regel.

Het geprikkelde, zenuwachtige gevotl, dat n^ afloop van zulk een bruiloft zelfs huivert, is voor die kringen de al aanhoudende, dagelijksche stemming.

En zoo komt het dan, dat de. iuchthartigheid er den ernst bant; dat/dé zii voor het heilige bot en stomp wordt; dat bestendige opwinding er de personen van zichzelven vervreemdt, en dat de Lichtzinnigheid^ straks in spottaal uitslaande, een macht wordt, die hen overheerscht, en waaraan ze geen weerstand kunnen bieden.

Dien toestand nu van een in weelde levend mensch, die door de Lichtzinnigheid ten slotte overmand wordt, teekent Jesaia in een kras beeld.

Ge kunt u immers wel een moedig, krachtig paard voorstellen, dat, den kop in de lucht stekend, en niet zonder vluggen zwier, moedig aan den lastwagen trekt. Een paard waar vuur in zit en dat vooruit wil, maar . . dat met koorden en zelen voor den lastwagen is gespannen, en nu niet vooruit kan, of het moet aan die koorden en zelen den wagen meetrekken.

Welnu, aan zulk een paard, zegt de profeet, is zulk een weelderig en overspannen zondaar gelijk.

tWee, dengenen die de ongerechtigheid viet hoorden der ijdelheid^ en den zondewagen als met dikke zelen trekken"

Aldus is de slavernij van deze zonde.

De overspanning gunt geen rust. Als er afspanning door uitputting volgen zou, klopt aanstonds de zweepslag van den drijver, die de zondewagen stuurt.

Voort, voort moet het, en voort gaat het.

De rijke man heeft te midden der weelde de heerschappij over zijn eigen geest verloren. Ongemerkt heeft de weelde hem koorden^ en de brooddronkenheid hem zele7i aangelegd.

Hij voelt nog dat de zonde een last is, maar een last als van een wagen dien hij voort moet trekken.

En als het moedige paard trekt hij dien wagen, en geraakt hij met dien zondelast al verder op het pad der zonde.

Er is geen bezinning, er is geen stilstaan meer.

En als hij soms in een oogenblik van ontnuchtering en van terugkeer van ernst zich los wil rukken, merkt hij maar al te spoedig hoe die koorden te stevig en dien zelen te dik zijn, om ze stuk te rijten.

En zoo draaft hij voort, altoos in overspanning, steeds met den drijver achter zich.

En gelijk eens hij ophield het geld te hebben, omdat het geld hem had, zoo ook is hij het nu niet meer die de weelde heeft, maar de weelde is zijn booze meester geworden.

De straf der zonde is de zonde nageloopen, en heeft hem van rijk man en weelderig wereldkind slaaf der zofide gemaakt.

En zoo is de ernst des levens voor altijd van hem gevloden, en is de Lichtzinnigheid de kanker geworden die hem verteert.

En natuurlijk toen kon de spotternij met het heilige niet uitblijven.

Wie nog erftst in zijn ziel omdraagt, leeft nog voor den Almachtige, en schrikt nog voor den Rechter van levenden en dooden.

Maar de slaaf der Lichtzinnigheid lacht met een schaterlach den heiligen ernst in het aangezicht uit, en roept God tergend toe: ^Dat Jehova zich haaste^ dat Hij zijn werk bespoedige^ opdat wij het zien^ en laat naderen de raadslag van den Heilige Israels^ dat wij het vernemen" (vs. 19).

Tot zulk een uittarten van God en een vermetel en roekeloos inroepen van het oordeel, komt men wel niet opeens.

Eerst druppel voor druppel wordt het booze git in de aderen onzer ziel ingelaten.

De eerste maal het een ander hooren zeggen, en zelf nog half er voor terugdeinzen, maar toch zwijgen.

Een volgend maal reeds die schrik weg, en om zulke spottaal alsof ze geestig ware, meêge lachen. -

Dan ze uitlokken, dat een ander ZQ nogmaals hooren doe.

Allengs er zelf een enkelen klank van op de lippen nemen, om anderer toejuiching in te oogsten.

Steeds driestes, steeds stouter aan zoo onheiligen drang toegeven.

Ten leste anderen er in voorgaan.

En eindelijk er behagen in scheppen-, de jongeren die nog niet zoo ver in het booze waren, uit hun onnoozelheid uitdrijven, hun opzettelijk de ziel vergiftigen, en er wellust aanhebben, als een die eerst voor zulk een spottaal nog beefde, ten slotte overmand is en nu zelf, eerst m^slachf-, en dan meedoet.

o, Hoeveel jonge mannen zijn er niet, die eerst aan moeders knie het bidden leerden, die van ontzag voor het heilige vervuld waren, en wraak riepen als ze eens spottaal hoorden, en die nu in gelagzaal en op sociëteit te midden der tafelschuimende spotters neerzitten, er in genietende als die God van hun vader en van hun moeder, voor Wien ze eens zelven neerknielden, getergd wordt met lastering en met spot wordt gehoond.

Tegen niets heelt daarom 's Heeren volk zoo ernstig te waken, als tegen het steeds dreigend gevaar, dat de demon der Lichtzinnigheid binnensluipe in hun ; igen kring en in den kring onzer huisgezinnen.

Dat poogt die demon te doen door een verleidelijk boek., dat boeiend geschreven is, of door een kennis of vriend, die boeit door zijn verschijning of prettige manier van zich voor te doen.

En als dan zulk een boek ter sluiks gelezen, of wel zulk een spottend jongman met zekere gretigheid wordt aangehoord, dan is het gif reeds beiig te werken, en dnngt de booze plage in het bloed in.

Daarom kan er ni^t genoeg op aangedrongen, dat Christenouders al zulke boeken, ook al heeten ze I> e Gids, toch uit hun huisge/in bannen, en het be/.oek van al zulke verleidelijke vrienden afweren, ook al zijn ze van de famihe, en ook al zijn ze overigens nog zoo voorkomend en lief.

• Al zulke boeken en personen zijn besmet, en ze deelen aan u en aan uw kinderen de besmetting mede, als uw gezin er, anders dan voorbijgaande, meê in aanraking komt.

Vergeet niet, een spotter schuilt ook in uw eigen hart en in het hart van uw kind, en de lust, om aan een koord of zeel vati den zondewagen te gaan meetrekken, zit ons tot aan onzen dood toe in ons zondig bloed.

Daarom hooren lichtzinnige boeken en lichtzinnige praters niet in uw huis, en gij hoort niet in htm huizen, en uw kinderen moet ge door geen omgang of uitgaanspartij aan het verkeer in de woning der lichtzinnigen wennen.

Hebt ge den moed, bezit ge de zeggingskracht, om als ze bij u komen, of gij bij hen zijt, hen aanstonds te weerstaan en hun den mond te stoppen, hef dan vrij den slagboom op, maar reken er dan ook op, dat de omgang zeer spoedig uit is.

Zoo streng moet gehandeld; met omdat we onszelven heiliger achten dan anderen, maar omdat God gezegd heeft: Ga van hen uit, en omdat de zonde in uw eigen hait het gevaar van meedoen zoo gioot en zoo ernstig maakt.

Ga uit van Babyion, roept de Heere, en die wereld der lichtzinnigheid is Babyion.

Wat in die kringen heerscht, is de geest van Belsazar op zijn schitterend festijn, toen ook allen brasten en schaterden en spoit'en, tot het iMene, Tekel., Upharsin" in vlammend schrift op den wand verscheen.

Want al is het, dat God heden ten dage de lichtzinnigen te midden hunner Uchtzinnigheden niet meer op zoo wonderbare wijze verschrikt, eenmaal toch zullen ook zij dat tMene, Tekel Upharsin" in de verbijstering der ontzetting, voor zich zien glinsteren.

Niet juist vóór hun sterven.

Zelfs niet altijd op hun sterfbed.

Maar zekerlijk en gewis zoodra ze zijn gestorven., als ze hun doffe en ontglansde oogen zullen opendoen in de eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Het derde Jesalaansche wee u!

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's