GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bilderdijk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bilderdijk.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 5 Oct. 1906

Ons Calvinistisch volk eert in Bilderdijk den machtigen held des geloofs, die den eers, ten stoot gaf tot het Reveil van ons in doodslaap weggezonken geestelijk leven. Maar naast die rijke en heerlijke beteekenis, die Bilderdijk heeft voor het Calvinisme en voor de Kerk des Heeren, heeft God hem ook een roeping geschonken voor heel ons vaderland.

Vandaar dat de herdenking van Bilderdijk een nationaal karakter droeg en we dankbaar hebben te zijn, dat niet alleen ons Christenvolk, maar heel onze natie deelde in de hulde aan dezen machtigen geest gebracht.

Dr. Kuyper, die bij deze huldiging als feestredenaar optrad, legde daarom op deze nationale beteekenis van Bilderdijk den nadruk in de schitterende rede, waarvan wij hier het persoverzicht overnemen:

De spreker begon met de verklaring, dat hij in deze gemengde vergadering, saamgeroepen door een comité waarin mannen van allerlei richting plaats namen, wel zijn overtuiging niet verloochenen kon, maar toch alleen datgene in 't licht zou trekken, wat op aller instemming redenen kan, en daarom uitsluitend zou spreken over Bilderdijk in zijn nationale beteekenis.

Die nationale beteekenis zocht hij allereerst daarin, dat Bilderdijk door de verschijning van zijn machtige persoonlijkheid in een tijd van algemeene inzinking, ons 't geloof herschonken had aan onze nationale geestelijke virtualiteit. Dit punt zette hij voorop, omdat bij jhet gevaar dat almeer de kleinere staten voor hun onafhankelijkheid bedreigt, niets sterker waarborg voor 't behoud van die onafhankelijkheid biedt, dan dat een volk beteekenis voor de menschheid behoudt.

Zoolang Nederland nu allerwegen roem blijft inoogsten ter oorzake van zijn hooge geestelijke virtualiteit op wetenschappelijk, aestetisch en zedelijk gebied, ligt hierin be­ s tere zeketheid dan in toch altoos ongenoegzame t wapening. Doch dan moet er ook nationaal B zelfrespect zijn, en moet Nederland de incarnaties d van deze geestelijke virtualiteit weten te eeren. a Hierin nu schieten we veelszins te kort, Bilder­ a dijk had zelfs honger geleden. Voor Rembrandt e had men in 1706 en 1806 niets gedaan. Vooral d de vreemdeling had Rembrandi's roem verbreid, v en zoo ons aangestoken. Dit kan niet bij onze d dichters, om de beperktheid onzer taal; enter-s wijl men tot zelfs in Portugal voor zijn groöte b dichters een standbeeld had opgericht, deed e men ten onzent schier niets. Standbeelden kunt B ge uitsparen, mits ge dan ten minste uwgroote o dichters in uw dankbare nagedachtenis als volk even laat. Hieruit volgt echter geenszins, dat en in een man als Bilderdijk zou moeten verchoonen wat met Gods heiUge wet streed. Bil erdijk's Erotiek, en zijn handelwijze met dilde en zijn tweede vrouw, vereischt onveriddelijk afkeuring; afkeuring ook zijn stelsel m beide teilen te vergoelijken. Maar 't ging iet aan, om waar bij Byron en Goethe, en elfs bij Rembrandt, soortgelijke zonden teyerordeelen waren, zonder dat men daarom hun eniale beteekenis aantastte, bij Bilderdijk wel p die zedelijke feilen, maar niet op zijn geniale itnemendheid te zien.

De tweede nationale beteekenis lag dan ook uist daarin, dat we met hem een onzer groote mannen meer rijk zijn, een genie te meer voor ons nationaal Pantheon bezitten. De vreemdeling die met hem in aanraking kwam, had dit overweldigende van zijn machtige persoonlijk heid steeds erkend. Robert Southey, Engelands beroemde dichter uit die dagen, bezong Bilder dijk zelfs in een lied. En wel had men hier te lande hem scherp onder criiiek genomen, maar zelfs die scherpe critiek moest toch eindigen met het uitnemende van zijn verschijning te eeren. Zijn geheel éénige grootheid liet hun geen rust. En wat ook meetelt, onder zijntijdgenooten waren het niet alleen geestverwanten, maar ook politieke en kerkelijke tegenstanders, die aan de uitnemendheid van Bilderdijks genie hulde hadden gebracht. Dat echte genie had Bilderdijk vooral daardoor getoond, dat hij niet een school van nabootsers vormde, zooals Cats, maar jonge mannen geinspiree'd had, om in eigen toon ep uit eigen inspiratie te zin gen, ea hen-zelf had opgewekt, om hem vooruit te streven en zijn record te slaan.

De derde nationale beteekenis toonde spreker daarin, dat Bilderdijk het destijds ons nationale leven ondermijnend atomisme hardhandig had aangetast, en het geloof aan determinatie, aan bepaaldheid en aan vastheid van grondbesef weer had doen opleven. Aan dat determinatiebesef dankte ons Geuzengeslacht eens zijn onoverwinnelijke kracht, maar sinds was dit onder gegaan. De oude Calvinisten waren afgetakeld, of. verbeuzelden hun kracht in letterzifterij, en voor hen in de plaats was een geslacht opgekomen, dat zwoer bij de Aufklartmg, in 't conventioneele heil zocht, en in weelde zijn kracht verspeelde. Dwergen voor reuzen hielden hier huis. Beschaving in den zin van uitwendige vormverfijning beheerschte het leven. Met de realiteit had men gebroken, voor het orga nisch karakter van het leven had men geen oog. Het werd conventioneele mozaiek, atomis tische losrafeling, en daarbij Fransche naboot sing. Dit kwaad nu heeft Bilderdijk in den wortel aangetast. Dat sentimenteele, conventioneele, rationalistische leven onverbiddelijk geoordeeld en ons volk teruggeroepen naar de werkelijkheid, naar het innigst besef van 't hart, en naar de heerlijkheid van de organische determinatie; beginselen waaruit hij een vastaaneecgesloten wereldbeschouwing opbouwde, die door eenheid aangreep en de denkkracht van voor-en tegenstander spande. Bilderdijk riep zijn volk tot de eenheid van al 't bestaande in zijn God terug. Die organische eenheid paste hij toe op heel de schepping, op ons menschelijk leven, op heel onze menschelijke existentie. En vond die eenheid haar rijkdom in eitdelooze veelvuldigheid der difïerentieering, dan was het de liefde, die onder allerlei vorm van aantrekkingskracht, capillaire zuiging, natuurdrift en zieleverknochtheid toch alles èa saambield èn tot eeuwig éénzijn opriep.

In de vierde plakts sprak Bilderdijks nationale beteekenis in den moed en de klaarheid waarmee hij voor zijn heilige overtuiging geleden en gestreden heeft en zulks met een volhar ding die haar wederga zoekt. Hij alleen tegen allen. In die worsteling trad Bilderdijk fier en fel op. Hij sloeg raak, en zijn tegenstan ders sloegen raak terug, en zoo werd het in het eind alsof men voor een stierengevecht stond Bilderdijk de stier, op wien alles aanviel, die fel vervolgd en verwond werd, maar dien niemand aan kon, en die met bebloeden nek maar on verwonnen, en de kop omhoog, het strijdperk uittrad.

De geestkracht die hierin uitkwam, sprak te sterker, zoo men indenkt wat Bilderdijks levens lot was. Soms een worm meer dan een man die door het leven kroop. Zonder opleiding, door zijn ziek been buiten allen omgang ge houden. Bijna zonder geld en zonder ambt. Zenuwziek tot den einde toe. Door partijzucht van 't professoraat geweerd. Om zijn liefde voor Oranje gebannen. Twaalf van zijn veertien kinderen naar 't graf gedragen. Gehoond en beschimpt als gevaarlijk sujet en fielt. Soms zoo zielsbenauwd, dat gedachte aan zelfmoord bij hem opkwam, en tocii van achteren God voor dat lijden dankend. Een ellende waarvoor de spreker geen medelijden inriep, omdat het echt genie juist door zulk een bitter levenslot gestaald wordt, maar die toch te sterker deed uitkomen de wezenlijke grootheid, die onder dit alles nooit bezweek, maar steeds den strijd volhield. En wel moest toegegeven dat hij even als de meeste geniale mannen soms te gemelijk en te bitter was, maar hierbij behoorde men zijn neurasthenische overprikke ing niet te ver geten, en vooral ook dit niet, dat Bilderdijk in een strijd gewikkeld was, dien hij, voor zijn besef, niet met menschen, maar met demonische geesten voerde. In zulk een strijd waren Milton en Burke even bitter ja, nog bitterder geweest, en dat bij zulk een strijd zelfs 't scheldwoord plicht kan zijn, had ons de Christus zelf getoond die Petrus satan noemde, en de Farizeeën adderengebroedsels.

Bilderdijks vijfde aanspraak op nationale beteekenis lag in zijn dichtmacht, en ten deze verweerde spreker Bilderdijk's dichtereere tegenover de Kloos'en en Verweijs, die wel Bilder dijk's universeele kennis eerden, maar vol hielden, dat hij zelf geen dichter geweest was.

Hij toonde uit Bilderdijks eigen woorden an, hoe men hem ten onrechte van Fransche orrectheid, van bulderend geklikkak, en van hetoriek beschuldigde. Ook Bilderdijks eeren an de classiciteit nam spreker in bescherming, oorts aantoonende, dat het hier gold geene ewone kunstcritiek, maar een principieel verchil van levensopvatting, met daaruit voortloeiend verschil van kunstopvatting. Hij wenschte de beteekenis der jongere dichterchool daarom niet te onderschatten, en gaf oe dat deze jongere dichters zeggen mochten: ilderdijk was geen dichter als ik, mits hun an geantwoord werd: En gij zijt geen dichter ls Bilderdijk. Het verschil lag tusschen het tomistisch sensitivisme der jongeren en het eren van het eeuwig Schoon in God bij Bilderijk. Voor Bilderdijk daalde het eeuwig Schoon an Boven in ons gebroken leven neder, maar e jongeren kenden geen van Boven, en daarom taat hun kunst tegen die van Bilderdijk in eginsel lijnrecht over. Zij staan daarmee chter tegenover alle vroegere kunstgedachten. ilderdijk heeft de kunstopvatting der eeuwen p zijn hand, en zoo beoordeeld blijft hij onze weede groote dichter, de harpenaar de weer t geloof aan beter dageraad in het matgeworden i d olkshart inzong.

Bilderdijks zesde aanspraak op nationale eteekenis ligt in zijn taalvirtuositeit. Alle bevoegde Linguisten erkennen in dit opzicht zijn verdiensten volmondig. Zelfs Siegenbeek bracht er hulde aan. In Bilderdijks dagen dreigde ook' onze taal haar innerlijke levenskracht in te boeten en een mechanisch ineenlegd mozaiek te worden. En al heeft ook op dit terrein zijn fantasie hem parten gespeeln, toch is 't Bilder dijk geweest die destijds aan onze taal nieuw leven inblies, ze verrijkte en er mee tooverde, en die ze te goeder ure van onder Siegenbeeks schaaf heeft gered.

Voor onze Landshistorie is in de zevende plaats zijn optreden van beslist nationale beteekenis, gelijk zelfs Robert Fruin erkend ''effc. Wagenaar begroef onze Landshistorie in de Regentensarcophaag, en daar trok Bilderdijk ze uit, om weer 't leven zelf van ons volk in zijn historie te doen ruischen. Daarbij ging hij achter de Reformatie tot in de Middeneeuwen terug, zocht den oorsprong der Reformatie in de aloude kerk, en kwam op voor onze eenheid met onze stamverwanten in België. Voor hem speelde zich in de historie het groote Drama der Godsregeering af, met het Kruis als middenpunt. Verticaal, door die ges"hiedenis heen, drong zijn blik tot in het bestel Gods door. Maar juist daarom voelde hij zich dan ook één met al zijn landgenooten, van wat herkomst of religie, van wat stand of positie ook. Hij noemde ze „deelhebbers aan zijn ziel in 't hart dat voor hen slaat." Hij ontwierp zelfs grootiche plannen om de armoe te keeren. En moest in het staatsgeheel het Recht het Gezag met de Vrijheid verbinden, voor dat recht pleitte hij, voor dat gezag kwam hij op, maar niet minder warm verdedigde hij die vrijheid tegen monarchaal absolutisme.

E/en beslist is zijn nationale beteekenis in zooi'erre hij de Vaderlandsliefde weer heeft aangewakkerd. Vreemde ir vloeden gaven in zijn dagen den toon aan. Men wilde naar den natuurstaat terug en sprak daarom van Bataven, en verloor zich in cosmopoUtische liefhebberij. En daartegenover stelde Bilderdijk het van Godswege gebonden zijn van een ieder aan zijn volk en zijn vaderlandsche erve. Niet jingoistisch, niet in valsch pattiotisme. Ten slotte moest zelfs het vaderland voor de rechten der menschheid wijken. Maar Nederland vooral had een hooge roeping ontvangen, en het besef hiervan ontlokte hem de profetie, dat Holland weer groeien en weer bloeien zou, en deed hem bij zijn terugkeer uit zijn ballingschap zelfs den Hollandschen grond omarmen.

In gelijken zin verwierf hij nationale betee kenis door, in de negende plaats, op te komen voor den historisch gevlochten band die Neder iand aan het Stamhuis van Oranje bond. Het was schrikkelijk zooals men in Bilderdijks dagen met Oranje dorst huishouden. Geen Oranje kokarde mocht meer op de borst gespeld, Oraije was uit zijn ambt ontzet. Oranje moest vlucnten naar Engeland. En toen is het vooral Bilderdijk geweest die in zijn bundel Oranje zucht zijn volk tot de liefde voor Oranje opri p, zelfs onzen koning Lodewijk die liefde voorhield, en zijn volk bezwoer tot de liefde van Oranje terug te keeren, en bij die liefde te volharden. En is nu in nationaal berouw, door verhoogde warmte dier liefde, zonde van het eind der 182 eeuw geboet, dan is 't voo: al Bilderdijk die hiertoe aanzette, en met wien we nog voor onze Koningin bidden:

S aaf' God haar zetel, sterk haar hand.

B.-dauw, besproei de Oranjeplant.

E1 in de laatste plaats zocht spreker Bilderdijks nationale beteekenis in zijn nationaal atavisme, waardoor hij de reïncarnatie werd van het Geuzentype uit het beste tijdperk onzer glorie. In niets was Bilderdijk een man met dogmatisch oplegsel. Hij was wat hij was krachtens geboorte en heilige inspiratie, en zoo is hij het die voor het oude Geuzentype den Zwanenzang gezongen heeft, maar zonder daarom enkel lofzinger van 't verleden te worden. Hij geloofde aan een overgang, aan een metamorphose van het oude type; de laatste der oude Calvinisten die den Zwanenzang zong, was tevens de Phenix, waaruit een jonger geslacht oprees, gevormd voor onzen tijd. En ook dit kan voor allen een oorzaak van dank zijn, want zelfs hij die 'tonde type vaarwel zeide, kan er toch met Allard Pierson in juichen, dat de nachtschool geen gangreen in 't volkslichaam is geworden, maar weer opleeft als gezond en krachtig volksdeel.

Daarna de üen besproken punten resumee rende, wees spreker er met nadruk op, hoe Bilderdijk in elk opzicht gebleken was man niet alleen van 't verleden, maar ook man der toekomst te zijn geweest. Immers op elk dier pun'en was na i8, '; o wat hij bedoelde in vervulling gegaan. Het geloof aan de geestelijke virtualiteit van ons volk was herleefd; de reeks onzer groote mannen was verrijkt; het atomisme was op elk gebied losgelaten en had voor vastheid van levensbesef plaats gemaakt; moed van overtuiging om pal te staan voor 't heilige van ons hart, was in alle kringen gevaren; OUR artistiek vemogen was vooral op 't gebied van de schilderkunst heerlijk opgeglansd; onze taal was uit de Siegenbeeksche gladmaking uitgetrokken, en vooral in onzen proza stijl wonderbaar ontwikkeld; onze geschiedenis was onderzocht, en vrij onderzocht zoo als vroeger nooit; de vaderlandsliefde bond ons saam, hoezeer de meeningen ons ook uiteen deden gaan; Oranje was aller glorie en jolijt geworden en was geen partijleus meer, maar 't symbool van heel de natie; en het aloude Calvinisme had zijn dorheid afgelegd, en leefde weer met nieuwe bezieling meê in de nationale worsteling. Vanzelf dacht spreker er niet aan, dit alles als koren van Bilderdijks molen te eeren. Ontelbare factoren hadden tot dit heerlijk resultaat geleid. Alleen dit meende spreker als uitkomst van onpartijdige beoordee ling te mogen vaststellen, dat werd ooit onze nationale onafhankelijkheid bedreigd, en was het dan de veerkracht van het nationaal karakter, die den aanvaller dwong van zijn prooi af te zien, of, had hij die reeds gegrepen, weer los te laten, een rechtvaardiger nageslacht erkennen zou, dat onder de grooten in ons Israël die dit gewrocht hadden, óók Willem Bilderdijk zou behooren, en Bilderdijk, naar aller schatting, niet de laatste zou blijken te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Bilderdijk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's