GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WERELD-ZENDINGSCONFERENTIE TE EDINBURG.

Reeds vijftig jaar geleden gevoelde men in Protestantsche kringen waarin men de zending wilde drijven, behoefte aan.gemeenschappelijk beraadslagen en overleg.

In de laatste vijftig jaar hebben vier groote zendingsconferentiën plaats gehad; in i860 in Liverpool, in 1878 en 1888 te Londen, en in 1900 te New-York, Wel had men deze steeds grooter wordende vergaderingen „oecomenisch" genoemd; maar eerst de vijfde vergadering te Edinburgh van 14 tot 23 Juni 1.1. verdient den naam van „wereld-zendingsconferentie" ten volle. Zeker had Amerikaansche doortastendheid en geestdrift voor de zending de conferentie te New York zoo groot en schitterend mogelijk gemaakt:1883 afgevaardigden van 150 lichamen die zending drijven en 750 gewone leden kwamen in de wereldstad samen en luisterden eenweek lang naar de redevoeringen en berichten van bekende staatslieden en zendingsmannen. Maar deze vergadering was toch in den grond der zaak een indrukwekkende representatie van de zending die van Amerikanen nhging. Slechts een twaalftal der afgevaardigden waren geen Amerikanen.

Maar sedert 1900 is veel anders geworden. Het krachtig toenemen der zendingsbeweging, de vele deuren die rx> or het Evangelie geopend werden, plaatsten de zendingsvrienden voor nieuwe problemen en voor een nieuwe taak, zoodat vele leiders van zendingsarbeid de noodzakelijkheid gevoelden, de volgende zendingsconferentie werkelijk tot eene algemeene te maken. Ook werd ingezien, dat men vroegere klippen moest vermijden, met name dat de zendingsrhetoriek wegbleef wijl men ernstigen arbeid te verrichten had, die voor de zending tot blijvend gewin zijn mocht, en zoo den stoot tot een gemeenschappelijke beweging voorwaarts te geven.

Maar hoe kon dit geschieden? De 19deeeuw was een tijd geweest waarin vele pogingen om de heidenwereld tot den Christus te brengen, waren aangewend. Het werd nu zaak te onderzoeken, welke de beste wegen zijn om tot het beoogde doel te geraken; men kon nu er toe kousen, 6m de gevolgde methoden te onderzoeken en na te gaan, welke methode beproefd mocht genoemd worden en de opgedane ervaring tot gemeen goed te maken. En daar vele zendingsvereenigingen tot biertoe veel kracht verspilden, doordien zij op eigen hand, zonder te letten op den arbeid van zustervereenigingen, hadden gearbeid, zoo lag het voor de band, dat men een poging zou wagen om de vele krachten tot een werken naar een gemaakt plan te bewegen. In Duitschland had de z.g. Bremerconferentie er veel toe bijgedragen, de verschillende genootschappen tot een gewenschte eenheid in hun wijze van werken te brengen. In Amerika was men ook daarmede begonnen. Maar in EngeUnd ging ieder zendingsgenootschap zijn eigen weg. De vereenigingen der boogkerkelijken baarden groote moeilijkheden. Zou men echter geen poging wagen om daarin verandering te brengen? Dat er groote moeilijkbeden te overwinnen waren, doordat kerkelijke scheidsmuren in dan w»g stonden, is te vetitaan.

Doch zij, die de wereldconferentie voor de zending op touw zetten, hoopten die uit den weg te ruimen, doordien men de beraadslagingen wijselijk zou beperken tot de praktische vraagstukken die op den arbeid der zending betrekking hebben. En daarom werd besloten de Ëdinburgher zendingsconferentie te houden met het doel, zich aaneen te sluiten tot gemeenschappelijke beraadslaging en oplossing van de groote zendingsproblemen van den tegenwoordigen tijd.

Om dit doel te bereiken begon men in Juli 1908 met de voorbereiding, die zooveel omvattend was als zij nog nooit voor eene conferentie geweest is. In de eerste plaats werd tot taak gesteld te komen tot kennis van alles, wat op de zending betrekking heeft. In overleg met de voornaamste zendingsinstellingen van Engeland, Amerika en 't vasteland van Europa werden 140 mannen, die zeudingsspecialiteiten konden genoemd worden, uitgenoodigd zich tot eene commissie te vormen. Deze 140 mannen vormden acht groepen, welke de onderwerpen ter beraadslaging uitkozen, die thans op het terrein der zending het meest aan de orde zijn. Aan de meest ervarene zendelingen van alle landen werden vragen gesteld, welke betrekking hadden op: ie de Evangelisatie der wereld; 2e de zendingsgemeenten; 3e de zendingsscholen; 4e de niet-Christelijke religiën; 5e de opleiding van zendelingen; 6s hunne verhouding tot de regeering van het land; 7e de bevordering van het zendingsleven in het vaderland; 8e de saamwerkisg der zendelingen en de bevordering van hun eenheid.

Meer dan 1000 antwoorden kwamen in. Elke groep verwerkte de haar toebedeelde adviezen, die meestal zeer belangrijk waren, tot een „bericht", dat gedrukt aan alle afgevaardigden werd gezonden, om tot grondslag der beraadslagingen te dienen. Die „berichten" warsn aeer uitvoerig; zij besloegen meest van 60 tot 100 foliobladzijden. Daardoor kreeg men het groote voordeel, dat de vergaderingen niet met het aanhooreu van lange voordrachten vermoeid werden; men kon discussieeren over goed geformuleerde punten en bij de bespreking liep men geen gevaar af te dwalen. Door deze voorbereiding waren de vergaderingen ongemeen opwekkend, vruchtbaar en bijna nooit vermoeiend.

Opdat de conferentie zooveel mogelijk al de Protestantsche missiën zou vertegenwoordigen, werden alle zendingsgenootschappen uitgenoodigd een aantal afgevaardigden te zenden volgens het bedrag hunner inkomsten; één afgevaardigde voor elke / 50 000, voor kleinere genootschappen één ifgevaardigde voor elke /25 000. De meeste gaven daaraan gehoor, zoodat 1200 afgevaardigden ter vergadering aanwezig waren.

De keu e van de plaats voor de conferentie bleek een gelukkige te zijn geweest. Niet alleen is Edinburgh schoon gelegen en bezit vele bezienswaardigheden, maar ook bleek de belangstelling van de leden der Vrije Schotsche Kerken in de zeciiing zeer levendig te zijn, hetgeen bewezen werd door het feit, dat vele Edinburghers aan de conferentie deel namen, terwijl ook de Eevenvergaderingen in twee vergaderplaatsen druk werden bezocht.

De overheid ontving de leden der conferentie op schitterende wijze in de groote museumzaal, in welke zxal 5000 personen vergaderd waren. Ook de U liversiteit van Edinburgh bereidde de afgevaardigden een feestelijke receptie, bij welke gelegenheid 14 hunner tot doctor honoris causa benoimd werden, deels in de Godgeleerdheid, deels in de rechtsgeleerdheid. Onder de aldus gegradueerden bevonden zich een Indiër, de predikiat Ctiatterji, en een Japanner de predikant tlarada.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1910

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1910

De Heraut | 2 Pagina's