GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Menschenzeelen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Menschenzeelen”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik trok ze met menschenzeelen, met koorden der liefde, en was hun, als degenen, die het juk van op hunne kinnebakken oplichten, en Ik reikte hem voeder toe. Hosea U : 4.

Van 't afvallige volk betuigt Jehovah, door Hosea: »Ik trok ze met menschenzeelen". Deze szeelen" heeten elders met een woord, ook onder ons meer gangbaai: , niet zeelen^ maar koorden. Zoo b.v. in de berijming van Psalm 25: »Loutre goedheid, Xxtlé^^koorden., waarheid zijn des Heere pain". En dat er nu staat ismenschenzeelen", doelt er op, dat er ook dierenzeelen of dierentouwen zijn, maar dat deze een geheel ander karakter dragen. Een kwaden hond legt men aan een ketting, veelal ook de stier op 't veld wordt aan een ketting vastgelegd. Bij de booze dieren heeft men te doen met nog kwaadaardiger verzet. Daarom moet dit verzet gebroken, en wel gebroken met geweld. En juist omdat dit nu bij den mensch zoo heel anders zijn kan, en zijn moet, daarom stelt de profeet tegenover de touwen en ketens der dieren de zoo heel andere zeelen, waaraan de mensch gehecht en vastgehouden wordt. En dit zijn dan de i menschenzeelen".

Ook wij spreken sax\.ratnscyi€^]kegehechtheid., en die gehechtheid komt natuurlijk y& n hechten. wat evenzoo op binden, verbinden en bijeenrijgen duidt.

De regel wordt alzoo opgesteld, dat er tusschen dier en mensch een prineipeel onderscheid moet bestaan. Beiden moeten verbonden en gehecht worden aan hun bezitter. Het dier aan den landman die het kocht of won, maar de mensch aan God, die alleen zijn rechtmatige Bezitter is; mits dan ook naar den heiligen aard van den band en het hechtsel dat mensch en God verbinden moet, d. i. door liefde. Het staat er-in Hosea dan ook zoo besüst bij: »Ik trok u met menschenzttlta., met touwen der liefde."

Nu kan men dit begrip van menschenzeelen nog nader afwikkelen.

De vrouw moet meer zacht en stil bejegend worden dan de man. Noem dit dan vrotiwenzeelen. Het jonge kind vraagt weer andere bejegening dan een volwassene. Hierbij kunt ge alzoo van kinderzeelen spreken. Een kranke vraagt weer een andere behandeling dan wie gezond van lijf en leden is. Bij hem zouden dan de krankenzeelen tot hun recht moeten komen. Kortom, al naar iemands gesteldheid in het sociale leven is, heeft hij aanspraak op een behandeling en bejegening die past bij zijn positie. Zelfs van natiën en volken kunt ge dit doen gelden. Het volkenrecht biedt dan op zijn beurt volkenzeelen. Daar de arme in zoo geheel anderen toestand verkeert dan de gegoede burger, moet de arme weer naar zijn aard bejegend worden, en zou men van armenzeelen kunnen gewagen.

Doch hoe men dit alles ook splitse of onderscheide, toch valt 't alles saam onder de ééne gedachte van de menschenzeelen. De zeelen, de koorden die ons als mensch aan God en aan elkander verbinden moeten, mogen ons niet naar dierlijken aard worden aangebonden, maar moeten menschelijk van aard en karakter zijn en blijven. Niet uitwendig, rnaar innerlijk.

Geen keten noch kabel, maar koorden zullen et zijn, en dan in beginsel koorden der liefde. Alleen de zonde bracht ook hier breuke in. Hoe zachter ge uw opgeschoten knaap leidt, des te rijker zal uw zegen zijn. Is 't intusschen dat die jonge knaap in baldadigheid kwajongensaard gaat vertoonen, dan kan strenge tucht noodig worden, en moet ge, evenals ge uw hond kastijdt, ook uw jongen de tucht doen gevoelen. Dan helpen de menschenzeelen niet meer, en moet tot wat 't dier in toom houdt, toevlucht genomen.

Tucht en-kastijding mogen dus zelfs niet ingehouden, noch verwaarloosd worden.

En zoo nu ligt 't ook tusschen ons en onzen God.

God schiep ons naar zijn beeld en gelijkenis, , " opdat we eeuwiglijk met de menschenzeelen-, d.i. door de koorden der liefde, zouden geleid en geregeerd worden.

Is 't nu daarentegen dat de mensch met zijn God breekt, voor liefde het egoisme op den troon zet, en tegen zijn God ingaat, dan baat geen teedere menschelijke bejegening meer, doch is 't noodzakelijk, dat tucht, toorn en straf intreedt, en voor de menschenzeelen, voor de koorden der liefde, de bange banden van neerwerpende kracht in de plaats treden.

Zoo gaat 't dan ook in het Christelijk gezin toe. Eerst beproeft vader en moeder het met de teederste liefde, met zachtheid en stillen ernst. Wekt dit nu wederliefde, dan laat de knaap of het te wilde en te roekelooze meisje, allengs vanzelf van de boosheden af. De liefde van vader en moeder wordt dan een band om 't hart, waaraan ze zich niet meer ontwringen konden. En het einde is, dat de echt menschelijke zeelen der liefde het hart van 't kind weer aan het ouderhart verbinden.

Ten slotte kan dan zelfs het booze kind niet meer tegen de menschenzeelen der liefde op. Zijn er machten die hen tot 't kwade willen verleiden, dan trekt de lust hen wel aan, maar zeggen ze toch ten slotte; Neen, ik doe het niet. Moeder is altoos zoo innig lief tegen me. Ik kan er niet tegen op". De liefdekoorden wonnen het.

Dit nu is tevens het innerlijke punt van de bekeering.

Ge staat dan voor het machtige feit, dat uw God om uw zonde u niet in den dood liet, maar dat uw God in onuitsprekeUjk teedere liefde naar uw hart is uitgegaan, u in liefde omarmd heeft, en zijn lieven Zoon niet gespaard heeft, om u in de Verzoening vrede voor eeuwig te doen vinden.

Belijdt ge dit nu slechts uitwendig in woorden, dan beduidt 't natuurhjk minder dan niets, en heeft 't op uw hart geen de minste uitwerking.

Is 't daarentegen, dat ge de onuitsprekelijke hefde van uw God, die hierin over n komt, diep in uw ziel gevoelt en de koorden der liefde om uw hart wilt slaan, dan komt er een werking in u op, die 't u tenslotte onmogelijk maakt, om uw God, die in zóó teedere liefde tot u naderde, verdriet aan te doen. Dan verkrijgt de liefde van uw God een macht over u, waartegen ge niet meer opkunt, en de menschelijite zeel van toewijding en liefde, de echte liefdekoorde begint bij u te trekken. Die liefde van uw God omsluit u dan, en omstrengelt u, en ge gevoelt dat ge er niet meer tegen op kunt.

Tusschen tweeërlei staat 't derhalve.

Ge blijft tegen uw God ingaan, voelt zijn liefde niet, en kunt daarom door die liefde van uw God niet verwarmd worden. Welnu, dan blijft ge tegen uw God ingaan, en dan moet uw God in toorn, tucht en straf over u komen, en u trekken, binden en hechten door wat ge zelf tiij weerspannige dieren gewoon zijt te doen, en zoo worden dan ook bij u de dierlijke zeelen vastgemaakt.

Is 't daarentegen dat ge doorbreekt, dat uw menscheUjk wezen weer de trekken gaat vertoonen van uw geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis, en komt dan op eens een rijk en heerlijk gevoel van de warme liefde van uw God voor u in uw ziel op, dan valt de geweldszeel weg, en begint van zelf de menschelijke zeel weer te trekken. n Ge zijt verzoend.

Het trekken van uw hart is omgezet. En de liefde van uw God heeft ook u niet alleen overmeesterd, maar heilige wederliefde in u ontvonkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 juni 1915

De Heraut | 4 Pagina's

„Menschenzeelen”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 juni 1915

De Heraut | 4 Pagina's