Geen duimbreed?! - pagina 191

NIEUWE

BENOEMINGEN

heide, Oranje en Hellema, ter bespreking van kandidaat-hoogleraren voor de nog op te richten economische faculteit. Na enkele maanden legden zij een voorstel voor een heel team op tafel. Voor economie zou dr. J. Ridder moeten worden benoemd, die daarbij steun zou krijgen van P. A. Diepenhorst als buitengewoon hoogleraar in de nieuwe economische faculteit. Voor bedrijfseconomie werd voorgedragen drs. E. J. Flipse, voor de economische geschiedenis dr. H. J. Smit, voor de economische aardrijkskunde de Nederlands-Indiëkenner dr. W. Sleumer, voor belastingrecht de zittende hoogleraar H.J. Hellema, voor arbeidsrecht mr. W. F. de Gaay Fortman als buitengewoon hoogleraar, voor de koloniale economie en koloniaal recht als buitengewoon hoogleraar dr. A.A. L. Rutgers en voor statistiek dr. J. P. van Rooyen als lector. 26 Een aantal van deze voorstellen zou uiteindelijk niet gerealiseerd worden. Pas in 1948 zou de economische faculteit van start gaan. Naar aanleiding van het voorstel Sleumer te benoemen als docent voor de economische aardrijkskunde, werd door Koksma en Woltjer voorgesteld een nieuw vak aardrijkskunde in te voeren en Sleumer tevens te benoemen tot hoogleraar sociale aardrijkskunde. 27 Dit voorstel diende uit te gaan van de faculteiten wis- en natuurkunde en van letteren en wijsbegeerte gezamenlijk, zodat aardrijkskunde dan als vak onder deze twee faculteiten als een verenigde faculteit zou vallen. Sleumer, lid van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, was leraar aardrijkskunde en een bekend publicist op het terrein van de sociale geografie, de sociologie en de economie. Hij was in Groningen gepromoveerd op een dissertatie over de betekenis van het economie-onderwijs en had gepubliceerd over het joodse leven in Amsterdam. Prof. Wille van Nederlands keerde zich scherp tegen het voorstel, omdat hij zelf graag nieuwe docenten benoemd wilde zien voor algemene taalwetenschap en Oud-Germaans. Bovendien was hij van mening, dat eerder gedacht moest worden aan de invoering van de drie moderne talen, waar het vu-bestuur al twintig jaar geleden voor had gepleit. 28 Diens argumenten werden van tafel geveegd door Waterink en F. W. Grosheide als decaan en abactis van de letterenfaculteit. Toch zouden beide aanstellingen voor Sleumer geen doorgang vinden. Pas in 1 9 6 0 zou aan de vu het vak sociale aardrijkskunde worden ingesteld. Wel gerealiseerd werd onmiddellijk na de bevrijding de benoe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen