GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 124

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EENHEID

MAAKT

MACHT

ners werden er beschouwd als onderworpen vijanden. Bovendien konden zij de concurrentie van de zwarte arbeid niet aan: geen blanke kon leven van de twee shilling per dag die stedelijke zwarten aanvaardden. Veel van deze arme blanken leefden in slechte, bekrompen onderkomens, zonder sanitaire voorzieningen, vuil en ellendig. Velen waren hele of halve analfabeten, prostitutie en criminaliteit waren er bekende verschijnselen. De arm-blankenproblematiek werd pas na enige tijd herkend en kwam eerst op de politieke agenda, nadat de Nationale Partij na 1915 in toenemende mate er aandacht voor vroeg en de Mijnstaking van 1 9 2 2 leerde dat het Afrikaner proletariaat gevaarlijk snel radicaliseerde. 10 Vernederd, verbitterd, verarmd - de Afrikaners moesten na 1 9 0 2 ook ervaren dat hun nationale toekomst door een strikt beleid van anglicering op arrogante wijze werd bedreigd. Onderwijs en staatsdienst bestreden hun taal - die hun duidelijkste uiting van identiteit was. Bovendien waren de Afrikaners onderling hopeloos verdeeld. Tegenover de 'bitterenders' en de inwoners van de concentratiekampen stonden vele 'hensoppers' die eerder of later de strijd tegen de Engelsen hadden opgegeven of zelfs zich als 'national scouts' actief aan Engelse kant hadden opgesteld. Ook overigens dachten de Afrikaners bepaald niet allemaal gelijk. De koloniale Afrikaners in de Kaapprovincie en Natal waren minder anti-Brits dan hun volksgenoten in de voormalige Republieken in het noorden. Zij gingen anders om met hun Engelstalige mede-Zuid-Afrikanen en met het Engels. Slechts een relatief gering deel van de Kaapkolonie en Natal had bovendien rechtstreeks geleden van de oorlogsvoering. Veel koloniale Afrikaners gevoelden zich loyale Britse onderdanen én Afrikaners. Toen koningin Victoria in 1 9 0 1 overleed, herdacht De Kerkbode 'het afsterven van onze geëerbiedigde vorstin' en overal werden n g kerkdiensten belegd. 'Met millioenen treuren wij wegens het verlies dat ons getroffen heeft', zei prof. N. J. Hofmeyr in zo'n herdenkingsdienst te Stellenbosch; volgens ds. J. P. van Heerden in de Grote Kerk te Kaapstad werd hel heengaan van koningin Victoria 'niet in 't minst betreurd door de Hollandsch-sprekende bevolking'. 11 De Kaap kende ook een liberaler Naturellenbeleid: gekleurden konden er stemrecht hebben. Al die onderlinge tegenstellingen beïnvloedden de verhoudingen tientallen jaren lang, al werden zij van bovenaf bestreden en verdoezeld. De Afrikaner leiders wilden namelijk eenheid. Eenheid maakt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's