Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 205

projecten in alle windstreken

204

te doen, want dat kan alleen maar bevestigen wat je al denkt. “Je kunt niet zeggen dat Indonesiërs geen talent hebben voor natuurkunde. Maar wel, dat de dominante Javaanse cultuur het doen van experimenten niet als een hogere activiteit ziet en dat ook niet bevorderen zal”, aldus Rethmeier. In die tijd had hij ook overleg met de afdeling culturele antropologie. Hij wilde horen welke ingang je zou moeten kiezen om binnen een Javaanse omgeving tot systematisch experimenteel onderzoek te kunnen komen. “Maar de antropologen konden mij geen aanwijzingen geven voor een vruchtbare aanpak”, zegt hij.4 Dan begint een project dat, na veel vallen en opstaan, en met enige projectverlengingen, zijn beslag krijgt over een periode van meer dan twintig jaar. Het derde voorbeeld uit het begin van de jaren zeventig is een project in de geologie. Het gaat over hydrologische en geomorfologische analyse van het Serayudal op Midden-Java. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de geografische faculteit van de Universitas Gadjah Mada, samen met geologen van de vu, de Universiteit van Amsterdam, en het itc (International Training Centre for Aerial Survey) in Enschede.5 Een door de VU uitgezonden staflid gaat vanaf 1973 het project opzetten. Het is de bedoeling om stafleden van de geografische faculteit op te leiden in het doen van onderzoek naar de samenhang van meteorologische omstandigheden, erosie, hoeveelheid water, en slibafvoer. Het bovenstroomse gedeelte van de Serayurivier is sterk geërodeerd, en dat leidt tot een groot transport van zand en slib. Dit materiaal wordt in het benedenstroomse gebied afgezet waardoor de afvoer van de rivier bemoeilijkt wordt. Dat heeft overstromingen tot gevolg en het ondieper worden van de riviermonding. Daarmee komt de bereikbaarheid van Cilacap in gevaar, de enige grote haven aan de zuidkust van Java. Vandaar de strategische betekenis van het onderzoeksproject. Een vierde voorbeeld is het project van de afdeling bestuurskunde van de subfaculteit Sociaal-Culturele Wetenschappen aan de vu over districtsbestuur op het platteland in Zambia. Twee stafleden worden uitgezonden om hiernaar onderzoek te doen en een lokaal team op te leiden. Het onderzoek moet uitmonden in beleidsadviezen voor de Zambiaanse overheid. Het project start in 1971 en wordt in een periode van vijf jaar uitgevoerd met de Universiteit van Zambia en het National Institute for Public Administration.

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 204

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen