De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 40

TWEE

MISSIES

dringen op overleg tussen de regering en de niet-blanke bevolkingsgroepen over de wijze, waarop een vreedzaam samenleven tussen de verschillende bevolkingsgroepen in vrijheid en gelijkwaardigheid tot stand zou kunnen komen. Toen deze oproep tot een gesprek met de Zuid-Afrikaanse geestverwanten aan de gereformeerde synode verscheen, was De Gaay Fortman tevens bezig op politiek niveau het Nederlands-Zuid-Afrikaans gesprek ook op gang te brengen. Gedateerd 31 oktober (Hervormingsdag!) 1963 had een vijftiental vooraanstaande Nederlanders aan de minister-president, met afschrift aan de minister van buitenlandse zaken en alle ministers persoonlijk, een brief gestuurd. De situatie, zoals die zich in en rondom Zuid-Afrika nu toespitst, aldus die brief, gaf hen aanleiding tot de gedachte dat het naar hun oordeel aanbeveling verdiende, dat de Nederlandse regering 'op enigerlei wijze in persoonlijk contact zou treden met de regering van de Republiek van Zuid-Afrika en tot een gezamenlijke bezinning op de gevolgen van de huidige situatie'. Want Nederland heeft een roeping ten aanzien van 'dit oude broedervolk, waarmee nog hechte banden van vriendschap bestaan'. 112 Contactman van de vijftien - bekende academici, politici en kerkelijke voormannen, uit diverse politieke richtingen" 3 - was De Gaay Fortman, J. Verkuyl verzorgde de verzending aan de pers. 114 Het lijkt erop, dat De Gaay Fortman initiator van de brief was, samen met E. H. van Eeghen." 5 De brief was geconcipieerd door enkele leden van de door De Gaay Fortman verzamelde groep." 6 Het initiatief was ouder dan dat van het dagblad Trouw tot paginaruil met een Zuid-Afrikaanse krant, waarmee het voor een deel parallel liep." 7 Het kabinet kon uiteraard een dergelijke brief niet terzijde leggen. Dus werd een bijeenkomst geregeld van een delegatie van de vijftien met minister van Buitenlandse Zaken mr. j.M.A. H. Luns en staatsecretaris dr. I.N.Th. Diepenhorst (én één van de vijftien briefschrijvers!), op 17 januari 1964. Beide bewindslieden waren het 'in principe volledig eens met de strekking van de brief. Overeen gekomen werd, dat minister Luns ambassadeur H.A. Helb te Pretoria zou opdragen de Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken dr. Heigard Muller mededeling te doen van de ernstige bezorgdheid van de Nederlandse regering over de ontwikkelingen van de toestand in Zuid-Afrika en de Zuid-Afrikaanse Regering suggeren een delegatie van enkele vooraan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen