GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 34

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

zending in verandering

af begin jaren zestig komt niet langer vooral Indonesië in het beeld, maar ook Afrika, Latijns-Amerika, en andere gebieden in Zuid-Azië. In 1960 verbreekt Indonesië alle diplomatieke banden met Nederland. In dat jaar wordt ook een akkoord gesloten tussen de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Javaanse kerken van Midden-Java. Het akkoord behelst dat de Nederlandse zendingspredikanten niet meer betrokken zullen zijn bij de leiding in de classis, zoals voorheen, maar vooral worden ingezet op theologische opleidingen en kadervorming. Andere zendingswerkers zullen worden ingezet op medisch werk, sociaal-economische opbouw en werk onder vrouwen. Door de toenemende politieke problemen loopt het aantal gereformeerde zendingswerkers op Midden-Java terug, van ongeveer veertig tot slechts veertien. Pas nadat de kwestie Nieuw-Guinea eind 1962 is geregeld, kunnen de betrekkingen tussen Indonesië en Nederland zich weer enigszins herstellen. Zoals de hervormde missioloog prof. Hendrik Kraemer aangeeft, komen er hiermee nieuwe perspectieven voor het zendingswerk. De zending is in alle koloniale landen de pionierster geweest op het gebied van onderwijs, medische hulp, en het ingaan op sociale noden en problemen. Maar de zending is gaandeweg zo sterk verweven geraakt met het regeringsbeleid, dat de identificatie van zending met westerse expansie zich als vanzelf ging opdringen. Over de positie van de zending in de koloniale situatie schrijft Kraemer: ‘De zending heeft haar taak en roeping grotendeels ten uitvoer gebracht, sinds ongeveer 1840 tot de grote omwenteling van onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, in symbiose en vervlochtenheid met de koloniale situatie. De zending heeft dit noch gezocht, noch ontweken. Het was eenvoudig de onontkoombare historische constellatie.’ Vertegenwoordigers van de zending waren kinderen van hun tijd. Zij werkten mee aan de verspreiding van westerse kennis en kundigheid. Maar dat deden zij, ‘niet alleen uit menselijke dienstbaarheid, maar ook uit een westers-cultureel superioriteitsbesef,’ aldus Kraemer. Hij betoogt, dat door de identificatie van de westerse cultuur en het christendom, de zending in de niet-westerse wereld in een valse positie is gebracht. Het einde van de koloniale periode geeft daarom nieuwe kansen voor een zending die minder eurocentrisch gericht is.30

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 33

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's