Bijzondere chemie?! - pagina 135
75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit
DE T W E E
FASEN
STRUCTUUR
fase. Het propedeutisch examen en het doctoraalexamen vormden de eerste fase. De onderzoekersopleiding en de lerarenopleiding behoorden tot de tweede fase. HetTFS-programma was zodanig ingericht dat de studenten na een jaar het propedeutisch examen konden afleggen (waar ze overigens volgens de wet maximaal twee jaar over mochten doen). Het was de bedoeling dat het doctoraalprogramma drie jaar na het voltooien van de propedeuse werd afgesloten. Globaal werd de eerste fase gekenmerkt door het principe van de getrapte keuze. Het eerste jaar was uniform en in het tweede jaar koos de student een van de twee mogelijke richtingen: de algemeen-chemische of de biofarmaceutische richting. Daarna moesten studenten basisvakken en keuzevakken kiezen en ten slotte een afstudeerrichting. De studenten moesten dus op tijd weten wat er te kiezen viel en welke voorwaarden daarbij golden. In deze periode werd binnen de Subfaculteit Scheikunde het computerprogramma 'Een basis voor de propedeuse' ontwikkeld. Het project, dat gefinancierd werd door het onderwijskwaliteitsfonds van de Vrije Universiteit, had als doel om de aansluiting tussen het vwo en de scheikundepropedeuse te verbeteren. Hiermee werden de eerstejaarsstudenten nog voordat ze aan de propedeuse begonnen, getoetst op enkele scheikundige onderwerpen en eenvoudige wiskunde. Bij een onvoldoende resultaat moesten de studenten hiaten in de kennis nog voor de start van de propedeuse wegwerken. De propedeutische fase had een drieledig doel: selectie, oriëntatie en verwijzing. De selectieve werking moest een positieve selectie inhouden: de student moest worden geholpen om een geschikte studiekeuze te maken, hetzij binnen het wo, hetzij erbuiten. Het eerste jaar was in deze periode veel meer dan vroeger een afspiegeling van het totale onderwijsprogramma dat de subfaculteit bood. Het moest immers representatief zijn voor de chemie als geheel. Dit betekende concreet dat er in het eerste jaar minder uren wiskunde en natuurkunde werden gegeven dan in het oude curriculum. Deze vakken hadden overigens meer een selectieve dan een representatieve functie. Ook bij de scheikundevakken die wel een representatieve functie hadden, trad enige bekorting op, omdat meer vakken geïntroduceerd moesten worden. De oriënterende werking was vooral gericht op de latere beroepspraktijk. Er werd dan ook een introductie gegeven in relevante en actuele vak- en beroepsethiek (ongeveer 10% van de geprogrammeer-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 301 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 301 Pagina's