GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 62

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

stellingen in ontwikkeling

De stellingen ademen een wel erg conservatieve en stamverwante sfeer. De betrokken Zuid-Afrikanen kwamen in die tijd voor hun promotie naar de vu vanwege het door hen verwachte calvinistische karakter van de wetenschapsbeoefening, zoals die bijvoorbeeld gestalte kreeg in de Wijsbegeerte der Wetsidee. Voor de stellingen is echter primair de promovendus verantwoordelijk, de promotor hoeft ze niet zelf voor zijn rekening te nemen. Dat neemt echter niet weg dat de stellingen uit het onderstaande kader het beeld lijken te geven dat in die jaren, de vu in het algemeen, voor wat betreft Zuid-Afrika een proapartheid standpunt heeft ingenomen. Diametraal verschillend van deze Zuid-Afrikaanse stellingen is de strekking van andere aan de vu verdedigde stellingen, zoals die van K. L. Roskam (geen Zuid-Afrikaan) uit 1960. Het onderwerp van zijn proefschrift is: ‘Inter-racial relationships in the Union of South Africa and the international community’. Zijn promotor is prof. Gesina van der Molen, hoogleraar in het volkenrecht en de leer der internationale betrekkingen. De eerste stelling van dit proefschrift zet direct de toon: ‘De politiek van apartheid, gericht op zogenaamde “eiesoortige ontwikkeling” is moreel niet aanvaardbaar en praktisch niet uitvoerbaar.’ Ook de andere stellingen liegen er niet om. Dit voorbeeld bedoelt het misverstand te voorkomen dat de geciteerde uitspraken van sommige Zuid-Afrikaanse promovendi representatief waren voor de maatschappelijke stellingen bij vu-proefschriften in die jaren. Nu de hoofdschotel, de aandacht voor ontwikkelingsvraagstukken in stellingen uit de onderzochte periode. De eerste keer dat bij een proefschrift dat niet over dat onderwerp gaat een stelling wordt geformuleerd waarin ontwikkelingshulp, ontwikkelingslanden of een daarmee vergelijkbare term voorkomt, doet zich voor in 1961.13 Het betreft het proefschrift van de natuurkundige Pieter Kramer over ‘Measurements with a double proportional counter on nuclides decaying by electron capture’, dat op 17 november 1961 verdedigd wordt. Kramer’s stelling luidt: ‘Research-instellingen in minder ontwikkelde gebieden kunnen gesteund worden door middel van adoptie door gevestigde instituten. Dit systeem biedt vele voordelen boven het uitzenden van individuele specialisten.’ Waarschijnlijk is deze stelling mede gebaseerd op de minder goede ervaringen van enkele aan de vu afgestudeerde fysici, die na 1955 op individuele basis aan een universiteit in een ontwikke-

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 61

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's