De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 149
[Deel 2]
OMSTREDEN
594
BENOEMINGEN
Een soortgelijk welkom ervoer een paar jaren later ook R. P. Botha. Hij was begin 1976 enige tijd gastdocent van de afdeling Taalwetenschap. Een forumavond eindigde, conform de bedoelingen van de organisatoren (enkele studenten Algemene Taalwetenschap), met het aannemen van een motie waarin de aanwezigen 'hun diepe teleurstelling uitjten] over de uitnodiging aan prof. Botha'. Want de universiteitsraad had immers in 1974 de band met Potchefstroom verbroken, en dan ging het niet aan een relatie met een andere blanke universiteit of een docent daarvan aan te gaan, mede 'gehoord het argument van vertegenwoordigers van organisaties van de zwarte bevolking uit Zuid Afrika dat onder andere een akademiese boycot wordt ervaren als steun in hun strijd tegen de apartheid'. Kortom: Botha's aanwezigheid was strijdig met 'de internationale oproepen tot isolering van het apartheidsbewind'. 65 Zijn gastcollege werd geboycot, zodat het door slechts één student en twee medewerkers werd bijgewoond. 66 In 1980 was Botha opnieuw onderwerp van discussie. 67 Hij had gesolliciteerd naar de vacature van hoogleraar algemene taalwetenschap ten gevolge van het emeritaat van Berthe Siertsema - volgens een actievoerende studente laatdunkend beschreven als 'bekend om haar liefde voor de Bijbel-Vertaalwetenschap en haar parate kennis van een trits bantoetalen'. 68 Naar de toenmalige usantie was de vacature nationaal en internationaal geadverteerd, wat bijna 30 sollicitanten opleverde. 69 De facultaire benoemingsadviescommissie - bestaande uit drie hoogleraren, twee wetenschappelijke medewerkers en twee studenten - kwam unaniem tot het oordeel, dat Botha 'op onderzoeks- en onderwijsgebied' de meest gekwalificeerde candidaat was. Hij werd dan ook als eerste candidaat genomineerd. Unaniem beoordeeld als de meest gekwalificeerde kandidaat, maar niet unaniem als kandidaat voor het hoogleraarschap voorgedragen want de voorzitter van de benoemingsadviescommissie nam een minderheidspositie in. Deze deelde niet de conclusie in het verslag verwoord, gebaseerd op een uitvoerig gesprek met Botha, dat aan zijn politieke gezindheid geen enkel argument kon worden ontleend tegen zijn benoeming ('De heer Botha wijst de apartheidspolitiek volstrekt af. Met name worden alle fundamentele punten van kritiek die van Nederlandse zijde op het beleid van de Zuidafrikaanse regering worden geleverd door hem onderschreven'). 70 Het minderheidsrapport van dit commissielid erkende, dat Botha
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's