Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 40

testen, meten en wegen

die hij ziet, met de opdracht bij rood niets te zeggen, maar op den sleutel te drukken, dan wordt de opgaaf moeilijker.’19 Ook in het populaire christelijke gezinsblad De Spiegel verschijnen in de jaren dertig en veertig zo nu en dan artikelen over Waterinks laboratorium. Op 23 november 1946, kort na de oorlog, ging De Spiegel ‘op bezoek bij het Laboratorium voor Toegepaste Psychologie der Vrije Universiteit te Amsterdam’. Links naast de vetgedrukte kop ‘De juiste man op zijn eigen plaats’ is een foto afgedrukt van een enigszins corpulente, telefonerende Waterink, net in het pak, lintje op de revers, en in de linkerhand zijn onafscheidelijke sigaar. Het onderschrift is: ‘Prof. Dr. J. Waterink, theoloog, psycholoog en paedagoog, hoogleraardirecteur van het Laboratorium.’ Het artikel is verluchtigd met twaalf foto’s, waarop jongens en meisjes van peuter‑ tot puberleeftijd getest worden. De getoonde tests zijn onder andere de Kooi van Ribokow (hier de Kooi van Lipmann genoemd), een proefje waarmee de linker en rechter handsnelheid kan worden gemeten, de rangeertest20, het figuren‑ of vormbord, waarmee vormgeheugen en inzicht, materiaalgevoel, handsnelheid en sorteersnelheid getest kunnen worden, en een blokkenspel voor peuters en kleuters, waarmee een toren kan worden gebouwd. Opnieuw bezingt dit artikel, zoals eerder in Op den uitkijk, de zegeningen van de psychotechniek. Ook schetst het artikel de gang van zaken in het laboratorium: van het intakegesprek naar de tests en proeven, en ten slotte de uitkomst van het onderzoek. Waterink vertelt op begrijpelijke toon dat ouders met probleemkinderen op zijn laboratorium terecht kunnen. Na een aantal tests en proeven, vaak spelenderwijs en voor het kind en passant afgenomen, kunnen de proefleiders en assistenten het karakter en de aanleg van het kind onderzoeken. Na een week vindt de bespreking met de ouders plaats: ‘Door de richtlijnen, in het onderzoek aangegeven, bereikt men, dat het kind veel leed bespaard blijft. Geen afbeulen op te moeilijke scholen, geen bijwerk, geen blijven zitten en harder werken en meer bijlessen en toch blijven zitten. Want doordat het kind niet overbelast en ongelukkig wordt, weten de ouders, waar zij aan toe zijn. Zij kunnen het kind een opleiding geven, die geschikt is. Een gelukkig kind, een harmonisch gezin.’21 Het ltp en het pi, zo wordt duidelijk in dit artikel uit De Spiegel, zijn een zegen voor de mens en de Nederlandse samenleving: ‘Het stemt tot verheugenis dat gedurende de oorlogsjaren Nederland slechts weinig achter is geraakt en dat het laboratorium der V.U. in ons land Go-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 39 2e proef

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen