GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leemten in de wet - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leemten in de wet - pagina 13

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 Zal nu toch de wet, ofschoon de wetgever aan zulke verschijnselen niet heeft gedacht, geacht moeten worden deze nieuwe verschijnselen te regelen? ) . 8 1

Deze redeneering schijnt zeer plausibel. Desniettemin is ze onjuist. De voorstelling van een recht naast de wet is logisch onhoudbaar, tenzij ik de zelfstandigheid der rechtsorde prijsgeef. Wij willen allen een rechtssysteem, dat logisch gesloten is en geen leemten bevat en dat op een vraag, die in haar gebied valt, dus geen tweeërlei of tegenstrijdig antwoord geeft. Welnu, zulk een systeem is slechts dan mogelijk, als alle normen van dat systeem, die behooren te worden toegepast, een enkelen, „einheitlichen" geldingsgrond aanwijzen. Waaraan de inhoud dezer normen is te ontleenen, of deze door de ordenende autoriteit zelf wordt aangegeven, dan wel of door deze verwezen wordt naar een andere autoriteit of eindelijk noch het een noch het ander is geschied en derhalve door den rechter zelf is te bepalen, is een vraag van ondergeschikt belang. Acht men het mogelijk, dat de wet buiten-wettelijk recht dulden, maar ook niet dulden, kan, dan is m. i. daarmee gezegd, dat pok dit buit en-wettelijk recht geldt krachtens de wet. Kent men toch aan een van twee of meer autoriteiten het recht toe den ander te dulden en dus ook niet te dulden, dan is van een nevenordening van beide autoriteiten geen sprake meer. De een heeft dan zeggen­ schap over de andere, de een is de meerdere van de andere. Heeft de wet dus de bevoegdheid om het buiten-wettelijk recht te dulden of niet te dulden, dan is de wet formeel de hoogste autoriteit en haar dulden een delegatie, een verwijzen. Een verwijzen, dat zich in niets onderscheidt van het appel aan het oordeel van den goeden huisvader, of aan de goede zeden of „de appreciatie van den rechter". Is dit juist, dan dekt zich het recht met de wet en is de wet een geheel, dat geen leemten kan bevatten. Want het geeft dan op alle vragen, die binnen haar gebied vallen, een ant­ woord. Het is mogelijk, dat dit antwoord ons niet bevredigt. Dit mag ons echter niet verleiden tot de meening, dat er positiefrechtelijk een leemte is, d. i. dat de wet op een desbetreffende vraag geen antwoord

8 2

) geeft.

Dat echter aan de wet deze bevoegdheid toekomt om te beslissen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's

Leemten in de wet - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's