GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het karakter van de overeenkomst van levensverzekering - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het karakter van de overeenkomst van levensverzekering - pagina 14

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 De Raadslieden van de weduwe F . beweerden, dat de heer F . wel was verbonden tegenov'e r de bank, om de ver~ schuldig de premiën te betalen, maar omgekeerd was de bank in geen enkel opzicht tegenover F . gebonden. F . had immers geen enkel recht tegen de bank en dus had de bank geen enkele verbintenis tegenover F .; de bank was alleen ver~ bonden tegenover Mevrouw F, en dan nog pas, als F . eenmaal overleden was. En dus, zoo zeiden de raadslieden der weduwe, daar F . geen enkel recht had uit de overeenkomst, kon de levensverz'e keringsovereenkomst geen deel uitmaken van het vermogen van F . en dus kon die overeenkomst niet in den boedel vallen en dus hadden de curatoren geen recht, er iets mede te doen. Neen, zei het Hof, er was hier wel degelijk sprake van een wederkeerige overeenkomst. Weliswaar kon de verzekeringnemer zelf geen recht doen gelden op de verzekerde som, en werd deze voor de begunstigde eerst opeischbaar na den dood van den verzekeringnemer, maar er zijn factoren , die zonder twijfel doen zien, dat het hier ging om een tweezijdige overeenkomst: F . had zich verbonden tot betaling der overeengekomen premie, terwijl de bank zich had verbonden tegenover F " tegen betaling der verschuld igde premiën, na F.' s dood de verzekeringssom uit te betalen. Mevr. F . verloor haar proces voor het Hof. want, zoo betoogde het Hof. nu vaststaat, dat de ov ereenkomst een tweezij dige was, had F , dus rechten op de polis, behoorde de polis tot het vermogen van F . en dus v iel d ie overeenkomst w el in den boedel en dus konden curatoren Mevr. F . schrappen als begunstigde. Tenslotte kwam de zaak voor den Hoogen Raad. In zij n conclusie redeneerde de advocaat-generaal L EDEBOER ongeveer als v olgt: De vraag, of de overeenkomst als een wederkeerige moet worden aangemerkt, meen ik bevestigend te moeten beantwoorden. Aan de eene zijde staat F : s verplich-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1940

Inaugurele redes | 35 Pagina's

Het karakter van de overeenkomst van levensverzekering - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1940

Inaugurele redes | 35 Pagina's