GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 44

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XUI

toen hij zich weer beschikbaar stelde, weer terstond was aangesteld geworden. De tweede betrof de herinnering, dat aan de Curatoren opgedragen is zorg te dragen voor de naleving van Art. 2 der Statuten, voor zooverre het onderwijs der Hoogleeraren betreft, en dat hij van dat College geen aanmerkingen had vernomen op het door hem gegeven onderwijs. Voor de juiste bewoordingen en verderen inhoud moeten wij ' naar het a.s. jaarverslag verwijzen. De Voorzitter doet opmerken, dat het voorstel Langhout c.s. niet kan beschouwd worden als een votum van wantrouwen jegens Curatoren en Directeuren. Hij vraagt, of nog iemand het woord verlangt, en wijst er op, dat na de verklaring van den heer Lohman, dat hij zelf thans de benoeming van een Commissie van enquête wenscht, niemand tegen het voorstel der heeren Langhout c.s. eenig bezwaar kan hebben. Het voorstel wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen. Thans wordt het verslag over het studiefonds zonder opmerking goedgekeurd, evenals het rapport der Commissie tot onderzoek van de rekening over 1894. De vergadering gaat daarop over tot de benoemingen. Als bestuurslid wordt herkozen de heer S. J. Seefat, met algemeene stemmen op 1 na; tot tweeden plaatsvervanger van bestuursleden werd gekozen de heer T.H. van Eeghen, met algemeene stemmen op 4 na. Tot leden der commissie voor het nazien der rekening werden gekozen de heeren Joh. Krap, F. J. D. Theijse en H. A. Höweler; en tot twee plaatsvervangers in deze commissie, de ' heeren Pouwels en Lijberse. De vergadering had voorts de grootste helft, een vijftal leden, aan te wijzen voor de Commissie van enquête. Door de heeren Langhout c.s. werden voorgesteld de heeren: Dr. H. Bavinck, te Kampen; J. van Alphen, te Hengeloo; A. G. van Deth, te Brussel; G. H. A. Grosheide, te Amsterdam, en L. de Vries Hzn., te Groningen. Voorts werden nog gecandideerd de heer Mr. J. C. von Briel Sasse en Ds. N. A. de Gaay Fortman. De meerderheid vereenigde zich met de mannen door de heeren Langhout c. s. voorgesteld, en eerstgenoemde vijf heeren werden dus gekozen. De tijd was intusschen zóó verre verstreken, dat er voor de behandeling van het onderwerp: "De medische wetenschap en de Vrije Universiteit", welke behandeling Dr. Th. G. den Houter,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's