Twee en veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 26

XXVIII

behandeling met het openbaar universitair onderwijs aangedrongen, W e deelen allen de principieele bezwaren, maar als de nood dringt,, moesten we directeuren opdragen diligent te zijn in de zaak der rijkssubsidie ; en mocht het dan blijken, dat er kluisters waren, dan, is de subsidie te weigeren en gaan we liever in volle vrijheid onzen eigen weg, desnoods met droog brood in e i g e n huis ons tevreden stellend. Ook de liefde zou dan uit protest opnieuw opvlammen, (luid applaus). D e toestand eischt daden. H e t moet heel ons volk doortrillen ; de Vrije Universiteit is in gevaar I Ons gansche gereformeerde volk moet worden gemobiliseerd om het gevaar af te wenden. Onze Universiteit m a g niet kelderen! Maar dan ook organisatie over het geheele land om afdoend hulp te bieden, om te behouden èn uit tebreiden. Spreker stelt voor dat directeuren de leiding zullen nemen van deze algemeene mobilisatie. De V o o r z i t t e r hoopt dat deze geestdriftige rede reeds een deel Vim het mobilisatie-werk in het land zal verrichten. Mr. Bijlevcld zou zeker met verheuging hooren, dat reeds ter bevoegder plaatse een uitvoerige memorie omtrent den rechtsgrond der subsidie is. ingezonden. Prof. V a n S c h e l v e n was noch dankbaar, noch voldaan e n wilde een definitief antwoord op de vraag, hoe het met de liefde voor de Vrije Universiteit staat. Ligt het aan de wijze waarop de professoren hun taak vervullen, n.l. in dezen zin: wekt hun arbeid genoegzame interesse bij het volk. De heer D e W a a l M a l e f i j t zegt, dat directeuren overtuigd zijn van de liefde van het Gereformeerde volk voor hun Universiteit. Anders zou hun de moed tot voorlgaan ontzinken. Prof. G r o s h e i d e drong aan op beëindiging der discussie; uitvoerige besprekingen waren gehouden. Beter is nu winst te doert met wat in het midden was gebracht en één van zin en bedoelen eendrachtig voort te arbeiden, dan k;in er zegen verwacht worden en wellicht een volgend jaar van betere dingen getuigd. D e heer J o h . K r a p wees nog op het belangrijke resultaat d e r Kerk-collecten in Zuid-Holland. Door het Haagsche Comité was ook gedaan wat ten vorigen jare Haarlem deed en in eigen kring de kosten voor ontvangst der vergadering gedekt. Deze bijdrage was zoo meegevallen, dat aan de Vereeniging nog f 150,— ter hand te stellen, was. De V o o r z i t t e r dankte den heer Krap voor zijn vele bemoeiingen en gaf nu het woord aan Dr. H . A. v a n A n d e l , van Solo, om zijn referaat te houden over ,,Cultuur en Christendom onder d e Javanen". N a a r het bezielend betoog van den gevierden spreker werd m e t groote aandacht geluisterd. Aan het slot kwam uit de vergadering een dankbaar applaus op. Debat werd over de rede niet gevoerd. Wel werd de wensch uitgesproken het referaat in druk te verspreiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen