Jaarboek 1927 - pagina 77

83

J. G. do Moor werd in de kracht van zijn jaren van ons weggenomen te midden van zijn, velen arbeid, van welke we ook voor onze Hoogeschool nog veel meenden fe mogen hopen. Dr. de Moor was reeds door zijm studie en promotie aan onze Universiteit verbonden. En gaarne heeft hij de vele"g*aven en-de enorme werkkracht, die God hem had gesohoaiken ook in dienst gesteld van onze Hoogeschool. Haar welzijn heeft hij zonder ophouden gezocht. En ook in gevallen, waarin men het niet mot hem eens was — waarom te verhelen, dat er zulie zijn geweest — kan men niet dan eerbied hebben voor de wijze waarop hij de zaken meende te moeten behandelen. Zijin nagedachtenis zal onder ons in zegening zijn, God troo'ste zijn beproefde wednwe en zijm kinderen. Bij de begrafenis vain Dr. de Moor had ik den droeven plicht de gevoelens van den Senaat te vertolken en een troostwoord te spreken. Dr. de Moor behoorde ook tot het College van Depntaten benoemd door de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken iii Nederland tot oefening van het verband met de Theoilogische Faculteit. Zoo kwam door zijn overlijden ook in dezen kring een plaats open. Ik mag daarom bij deze gelegenheid tevens vermelden, dat in zijn plaats optrad Dr. J. Hania, in wien we een ond-'teerling en vriend van onze Hoogeschool mogen begroeten. Tk wilde wel, dat ik u, Ds. T. Ferwerda, had mogen welkom heeten, zonder dat ik van het sterven van uw voorganger had behoeven te spreken. Gij' zijt ons een goede bekende, van meer dan een van ons een ti'oiiwe vriend. Ge bebt niet slechts aan de Vrije Universiteit gestudeerd, maar ook zelfs reeds een plaats in den katheder gehad. Door uw voortdurende aanraking met lonze studenten zijt ge ook van wat onder hen leeft, goed op de boogte. God geve u lange j'aren en met eere het amibt van Curator te 'bekleeden. Ons zal het eenl.vreuigde zijn n als zoodanig te mogen omtmoeten. W''Wf$'iji^i 'Mr. Th. Heemskerk, één der veteranen ónder onze Curatoren, ontving de hoiOge eer benoeimd te worden tot Minister van Staat. Een ondetrsöheiding te meer te waardeeren naarmate ize zeldzaam, ds. Ook de "V. U. verblijdt zich hartelijk over bet eerbewijs haar Curator geschonken. Kom ik aan den Senaat en aan de Hoogleeraren, dan heb ik heel wat te vermelden, waarvan echter een goed deel slechts is belofte, van hetgeen nog geschieden moet. Prof. Geesink, omze oudste boogleeraar, gaat oms verlaten. Wel blijft zijn hart jong als steeds, maar zijn lichaamskrachten zijm niet meer wat ze waren voor 20 jaren. De afgeloopen cursus zail voor hem een zware zijn geweest. Zijn gade, levensgezellin van jaren, heeft de Heere hem ontnomen en hij; had het vooruitzicht, dat het werk, dat hem zoo lief is en waarvan hij zoo noode soheidt, ten einde neigde. Zijn afscheidscollege is nog niet gehouden. Zoo telt hij op het oogenbl'ik van mijn spreken, zie ik wel, nog onder de actieve hoogleeraren en zal pas mijn opvolger van zijn heengaan kunnen spreken. Toch mag ik hem bier reeds danken voor het vele, zeer vele, dat hij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen