Jaarboek 1928 - pagina 124

131 ook, dat men, wat onderdeelen betreft, aangaande haar draagwijdte van meening zal kunnen verschillen. Maar hiermede is allerminst gezegd, dat de uitdrukking zelve tot elke willekeurige uitlegging het recht zou geven ; noch ook, dat ze, opgevat naar de regelen, die voor het uitleggen van alle menschelijke woorden gelden, aangaande de cardinale punten, en inzonderheid aangaande het punt van het Schriftgezag, niet klaar en duidelijk zou zijn. Boven werd gememoreerd, dat volgens art. 2 de Gereformeerde beginselen voor de Theologische Faculteit zijn geformuleerd in de Formulieren van Eenigheid en gewezen op de beteekenis, die dit ook voor de andere faculteiten heeft. Het is trouwens niet noodig, hierop dieper in te gaan ; immers staat niet alleen door genoemde verwijzing naar deze Formulieren, maar ook reeds op zichzelf boven allen twijfel vast, dat het woord „Gereformeerd" in de Statuten wordt genomen in zijn historische beteekenis. En dan behoeft het wel geen nader betoog, dat alle bronnen, waaruit de beteekenis van het begrip ,,Gereformeerd" moet worden opgemaakt, hierin samenstemmen, dat een der meest fundamenteele bestanddeelen ervan is de erkenning van het volstrekte gezag der Heilige Schrift, in denzelfden zin als waarin het in de Formulieren van Eenigheid beleden wordt. Geheel in dezen geest is dan ook door de stichters en andere woordvoerders der Vrije Universiteit altijd gesproken. In zijn rede ,,Band aan het W o o r d " ^), beantwoordt Dr. Kuyper de vraag : „Hoe is een Universiteit aan het W o o r d van God te binden ?" W e l wordt hier betoogd, dat tot omschrijving van den grondslag, waarop men staat en den band, •waaraan men is gebonden, de uitdrukking ,,Gereformeerde beginselen" te verkiezen is boven de formule „de Heilige Schrift", omdat de laatste te weinig belijnd is ; maar dit is natuurlijk geen oogenblik met de bedoeling om het gezag der Schrift op den achtergrond te stellen ; integendeel is de grondgedachte juist, dat de binding aan het volstrekte gezag der Heilige Schrift een allereerste vereischte is en deze tot stand komt door de formule „de Gereformeerde beginselen", omdat hierin ligt uitgedrukt de erkenning van dat Schriftgezag niet maar in een vagen zin, doch in dien bepaalden zin, waarin het door den Gereformeerde wordt verstaan. Zoo heet het op blz. 12 v.v. : Kuyper, Band aan het Woord, Amsterdam, Höveker en Wormser, 1899; Dr, F. L, Rutgers, Referaten op de jaarvergaderingen van 1899 en 1901, opgenomen in het 20ste en het 22ste Jaarverslag; Dr. H. H. Kuyper, Gereformeerde Beginselen, Heraut No, 1237 v.v. ') Amsterdain, Höveker en Wormser 1899,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen