Jaarboek 1930 - pagina 42

40 keeren, omdat het aansnijden van vragen, die de diepere beginselen raken nu eenmaal zonder zulk dwalen niet tot resultaat kan leiden, dan dat er géén vergissingen worden begaan doordat het onderzoeken van izulke grondvragen werd nagelaten. Het zou een heel klein kunstje voor onze wetenschapsbeoefenaars zijn, om te zorgen, dat onize Universiteit nooit over de tong ging in verband met de vraag of onze beginselen door hetgeen van haar zijde onderwezen en gepubüceerd werd wel ongerept gelaten werden. Zij hadden zich siedhts terug te trekken op de legio zeer wetenswaardige louter-teclhnis'dhe vragen, 'die elk ge'bied van studie oplevert. Maar hoeveel belangrijks zij dan ook aan den dag 'Zouden brengen, in boogeren izin verwaarloos'den zij dan toch hun taak. Want werkelijk volbracht wordt 'die uitsluitend wanneer er een pogen is om een welbewust antwoord te geven op 'de vraag wat onze beginselen voor eenig gebied van onderzoek aan consequentie inhouden, en vervolgens weer een welbewust bouwen overeenko'mstig het bestek, dat bij dat eerstgenoemde onderzoek het juiste bleek. Maiir dajarom doet 'dan m.i. ook niet alleen verkeerd hij, die terwille van zijn rust, of om misschien veel onaangenaams te vermijden, dit 'deel van zijn taak laat 'glippen. Verkeeid doen ook zij, die het oog sluiten voor de moeilijkheden, die aan dit hoogste werk 'der wetenschap verbonden zijn en door een wantrouwende bejegening en het niet erkennen van dat „reoht van vergissi'nig", de beoefenaars dier wetens cihap in de verzoeking 'Zouden brengen 'zich maar wat op 'de vlakte te bouden en de diepste vragen, die tegelijk de besüssende zijn, maar blauw blauw te laten. Intusschen: iemand zal dan wél die beginselvragen onder 'de oogen willen zien, waardoor moet hij zich daarbij 'dan al zoo laten leiden? Vooreerst niet door de vraag, of alle vrienden der Gereformeerde we'tenschap en van onze Universiteit he-m wel zullen kunnen volgen; want 'dat is, vooral nu wij onze vierde faculteit gaan organiseeren, •een eeruvoudig onzinnige eisch, 'dat voelt ieder. Maar evenmin zal de vraag of het onderwerp, waarover het gaat, in 'den kring dier vrienden wel belangrijk wordt geacht, de beslissende altoos mogen wezen. De taa'k van onize Universiteit als ,,wetenschappelijk laboratorium'', als instituut van wetenschap-pelijk onderzoek, ligt immers vooral hierin, dat zij het getuigend zal opnemen tegen de wetensdhap, die niet met Gods Openibaring rekent. Welnu: heeft zij van 'den wacihtto'ren van haar burcht den blik dan allereerst te laten weiden over de binnenii'plaats van haar eigen kasteel, om te 'zien of men daar haar waaikzaambeid wel opmerkt? Of moet zij integendeel vooral naar buiten speuren? Of de vrienden van onze wetenschap zich op een -gegeven m'oment al eens afvragen: wat heeft die uiting of 'die publicatie nu met onze beginselen te maken; als de wetenschappelijke mannen aan den overkant dienaanigaande maar niet in twijfel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen