Jaarboek 1934 - pagina 95

93 kwamen wederom geen manuscripten binnen; het belang van het veilig bewaren en voor studie beschikbaar stellen van brieven en documenten betreffende de geschiedenis van onze volksgroep in de bibliotheek van haar universiteit, schijnt men nog steeds zeer slecht in te zien. Een oogenblik scheen het, dat een verzameling, die om het werk en de gezindheid van die ze naliet, zeker het meest bij ons thuis behoorde, ook Kj ons zou worden geplaatst; maar ten slotte ging zij, althans voorloopig, naar het Réveil-archief, dat, een paar jaar geleden gesticht naast heï een kwarteeuw oude Bilderdijk-Museum, een meer neutrale woning bleek te verlangen dan dit deed, toen het kort daarvóór de aangeboden huisvesting in onze bibliotheek dankbaar durfde aanvaarden. Te meer valt het te betreuren, dat uit onzen eigen kring nog niet voldoende belangstelling getoond wordt voor dit schoone en belangwekkende onderdeel van onze boekerij. Maar men moet vooruitzien, en dan mag men hopen op een nabije toekomst met meer historischen diepgang en ruimer geestelijk onderscheidingsvermogen, bij minder cultuurparade en eerbied voor den tijdgeest, die in den waan, Bilderdijk ver te boven te zijn, nooit „aan hem toe zal kunnen komen". Dan zal ook weer meer echte waardeering, en studie, ten deel vallen aan zoovele andere verwervers en verdedigers van ons eigen geestelijk bezit, aan wier persoon en werk onze bibliotheek naar vermogen bijzondere aandacht schenken wil. Inmiddels levert het Bilderdijk-museum, sinds het de oude vertrekken van het kantoor der Vereeniging betrok (die ook anderszins voor bibliotheek en universiteit nog dienst doen), thans reeds een uitstekende gelegenheid tot oefening der meer gevorderde studenten in wetenschappelijk onderzoek op het gebied van geschiedenis en Nederlandsche letteren door zijn kostbaar, inzonderheid handschriftelijk, materiaal, waarvan ook herhaaldelijk door anderen gebruik wordt gemaakt. Ook zal dit jaar de uitgave een aanvang nemen van de menigte nog ongedrukte brieven van en aan onzen grootsten Protestantschen dichter, den Vader tevens van het Nederlandsche Réveil. De vierde faculteit heeft in den korten tijd van haar bestaan reeds een groot deel van de benoodigde boeken en tijdschriften verkregen, daarbij hoofdzakelijk puttend uit haar stichtingskapitaal. En haar bezit komt heel wat voordeeliger uit dan dat van de drie oude faculteiten tezamen, door de volledige uitstalling, goedgebonden, in de fraaie kasten van de smaakvol ingerichte, ruime bibliotheekzaal van het nieuwe laboratoriumgebouw. Het behoeft voor het oudere deel geen reden tot naijver te geven; integendeel, dit zal ongetwijfeld den weg banen, om binnen afzienbaren tijd ook voor de in boeken geconfijte geestelijke wetenschappen een ruimer en meer passende behuizing te zoeken en te vinden. De wiskunde bleef tot heden bij de schei- en de natuurkunde wat achter, wat boeken aangaat. In het komende jaar zal daarin voorzien

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen