Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 125
121
De wet-Mackay was allereerst een beginselverklaring en daarnaast bracht zij de eerstelingen met de vaste hoop en zekere profetie, dat na deze de volle oogst zou worden binnengedragen. Edoch — dat duurde lang. Van Mackay tot de Visser — het was een lange weg. Niet slechts een weg met velerlei mijlpaal waarop het ,,rust een weinig" geschreven stond, maar ook een weg vol hoogten van eigendunk en ongerechtigheid, die moesten worden nedergeworpen. Toen Minister Kuyper in 1905 de ,,sobere noodpenning" van Mackay tot meer krachtige steun zocht om te werken werden hij, Lohman en hun volgelingen als subsidievreters en struikrovers aan de volksverachting overgeleverd. In 1912 deed Heemskerk's Bouwwetteken alle vrijzinnigen en socialisten in vereend gelid het tegen uitbrengen. Zo ging het voort, totdat onder Cort van der Linden de finantiële gelijkstelling grondwettelijk recht, onder Dr de Visser levende realiteit werd. Toen kwam in plaats van stuitende bevoorrechting gelijkheid, voor dwang vrijheid, voor oorlog vrede. Toen werd der verwezenlijking nabij gebracht wat Groen, wat al den geloof shelden in den schoolstrijd als ideaal tegenblonk : algehele vrijheid voor de ontwikkeling van het geloof; van staatswege behoeven zij, die voor hun kinderen Christelijk onderwijs begeren, in geen slechter positie te verkeren dan degenen die hun kroost aan de neutrale school wensen toe te vertrouwen. Met deze actie nu voor de wezenlijke vrijheid van het lager onderwijs — dank zij de onverzettelijke stuwkracht van de protestants-Christelijke en Rooms-Katholieke partijen in politicis met overwinning bekroond, lag onverbrekelijk samengestrengeld het ijveren voor de bijzondere universiteit. Op 14 Juli 1880 kwam de Vrije Universiteit voor het eerst in de Tweede Kamer ter sprake. Fransen van de Putte liet zich bij het wetsontwerp dat de gelden voteerde voor de invoering der wet-Kappeijne noodzakelijk, uit in dien zin, dat de druk voor de voorstanders van het Christelijk onderwijs nog niet zo groot bleek, nu zij zich een weelde-uitgave als de oprichting der Vrije Universiteit permitteerden. In plaats van het geld voor dit overbodige werk uit te geven konden zij het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948
Jaarboeken | 176 Pagina's