Jaarboek 1961-1962 - pagina 80

op de zelfstandigheid der wetenschap, rees verzet, i ) Het was verkeerd voorts dat het „africhten" van studenten in de plaats zou komen van het bieden van een veelzijdige toerusting. 2) Men paaie zich evenwel niet met de gedachte, dat een communis opinio bezig was te ontstaan, dat er voor bezorgdheid geen reden meer zou wezen of dat tenminste vele praktische moeilijkheden gemakkelijk uit de weg konden geruimd: druk bezette hoogleraren zouden 's nachts van twee uur tot drie uur rustig kunnen studeren. 3) Voor en na heeft er groot verschil over het wezen der universiteit, de taak der professoren, de positie der leerlingen, de verhouding van wetenschappelijke instellingen tot staat en maatschappij, de huidige taak, welke op hen zou rusten en de meest wenselijke op korte termijn te treffen academische vernieuwingen. "Wie de fraaie afscheidsrede van F. L. Polak, waarmede hij zijn professorale loopbaan, afsloot, 4) vergelijkt met hetgeen de hoofdstrekking van mijn betoog zal zijn, moet wel van niet gemakkelijk te verzoenen opvattingen spreken. Men is gewoon wetenschappelijk met een „ja", een „neen" of een „het is niet duidelijk" te eindigen. Aan wetenschappelijke onderzoekers valt het lastig om het een naast het ander te laten staan, niet een „hetzij hetzij" maar een „en en" uit te spreken. Toch kan de veelvormigheid van het leven, de beperktheid van de mens en de gebrokenheid van de aardse verhoudingen er toe noodzaken van een absolute keuze af te zien. Zulks doet zich bij de universiteit in sterke mate voor. Er is een onderling op elkaar aangewezen zijn, een op elkander inwerken der dingen, een verstrengeling in het bestaande, die wij hebben te aanvaarden, ook wanneer wij tegelijk grote zelfstandigheid erkennen. Niet licht zal iemand de geest geheel door de stof bepaald achten, maar de invloed van het stoffelijke is onmiskenbaar. Wie lichamelijk gebroken wordt, ten slacht*) Hans Wenke: Die deutsche Hochschule vor den Ansprüche unserer Zeit, 17; Ludwig Raiser: Die Universitat im Staat, 16 e.v. ^) The Problem facing British Universities, 98. ^) Hans Anger: Probleme der deutschen Universitat, 397. *) Het hoger onderwijs op de helling of op een hellend vlak.' Leiden 1961.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen