Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 327

Zulk een landelijke planning - ik noemde er maar één facet van - grijpt in in de vrijheid van de instellingen en in de tot nu toe bestaande vrijheid van faculteiten en hoogleraren; de Vrije Universiteit zal haar weg daarin moeten vinden. Het tweede punt van schaarste dat ik noemde betreft het beperkte aantal briljante onderzoekers, en het risico dat ze niet of niet op tijd de kans krijgen zich te ontplooien. Ik zie dit als een deelprobleem van het onderzoekbeleid op landelijk niveau. Dat beleid zal - naar ik verwacht - moeten voeren tot het kiezen en het leggen van zwaartepunten, zowel binnen bepaalde vakgebieden als binnen bepaalde instellingen. Bij het voorbereiden van dit te verwachten zwaartepuntbeleid zal van de Vrije Universiteit uitzonderlijke waakzaamheid op het hoogste wetenschappelijk niveau worden gevraagd, ook weer, - en voornamelijk - met het oog op het eigen karakter. Met het oog op deze en dergelijke vragen presenteert zich vandaag de dag ook een moeilijke beheersproblematiek, die in de komende jaren veel aandacht zal vragen. Wat betreft het onderzoek is die problematiek al volop aan de orde. Ik acht het geheel terecht dat er kritiek tot uiting komt op de in administratieve zin - weinig doorzichtige wijze waarop aan de universiteiten geld aan onderzoek wordt besteed. Maar het is geheel ten onrechte als daaraan de conclusie wordt verbonden dat de kostbare belastingpenningen aan de universiteiten worden verkwist. Zulk een beschuldiging van verspilling is m.i. het beste te bestrijden door meer openheid. Openheid niet alleen ten aanzien van het werk dat er gebeurt, de plannen die bestaan en de resultaten die zijn bereikt; maar ook openheid ten aanzien van de kosten. Veel wetenschappers hebben tot nu toe naar die kostenfactor bij onderzoek betrekkelijk laatkunkend gekeken; zo in de zin van: dat materialistische gedoe. Ik acht het onvermijdelijk dat kostenbesef in de onderzoeksector gemeengoed wordt bij de universitaire werkers. En als er eenmaal een soort projectadministratie bestaat, dan komt een nog moeilijker punt aan de orde: de evaluatie. Het komt me onvermijdelijk voor dat ook op basis van het kostenaspect zwaartepunten zullen moeten worden gekozen, omdat van een ongedifferentieerde spreiding van onderzoekuitgaven over alle leerstoelen geen sprake meer zal kunnen zijn. Ik schat dat het tot stand komen van een redelijk betrouwbaar werkende structuur voor het 325

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen