Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 307

Zij blijkt ook daaruit, dat de juridische eigendom en het beheersrecht over alle onroerende goederen, welke ten gebruike aan de Universiteit staan, bij de Vereniging berusten. Het is dan ook de Vereniging die uit handen van de overheid de rijksgelden ontvangt die zij tot instandhouding van de Universiteit behoeft en voor de besteding waarvan zij aan de overheid verantwoording schuldig blijft. Tenslotte is het de Vereniging die aan deze rijksgelden nog eigen gelden toevoegt, om de Universiteit in staat te stellen meer te kunnen doen dan de overheidsgelden toe laten. Het behoeft dan ook geen verder betoog, dat ook bij ontkoppeling van de thans in één college verenigde bestuursbevoegdheden, toch nauwe betrekkingen tussen het bestuur der Universiteit enerzijds en het bestuur der Vereniging anderzijds zullen moeten worden gelegd. Ook ligt het in de aard der zaak dat aan het laatste bepaalde bevoegdheden voorbehouden zullen moeten blijven, opdat het zijn directe en indirecte verantwoordelijkheden ten aanzien van de zaken der Universiteit zal kunnen doen functioneren. Hoewel dit principe ons uiteraard steeds voor ogen gestaan heeft, hebben wij tot nu toe vermeden dit in concrete vorm en in onderdelen uit te werken. Wij zijn van oordeel dat ook de Universiteitsraad dit principe zelfstandig in zijn beraad zal moeten betrekken. Wij zijn ook van oordeel dat, terwijl in het algemeen een nauwe communicatie tussen de Raad en de besturende colleges noodzakelijk is, zeer in het bijzonder ten aanzien van dit aspect intensief overleg noodzakelijk zal zijn. In dit verband wil ik er de aandacht op vestigen, dat met betrekking tot een belangrijk artikel van het universiteitsreglement, n.l. dat waarin grondslag en doel der Universiteit wordt omschreven, door ons reeds in vroeger stadium een initiatief is genomen. Dit hield verband met onze voorbereiding van het voorstel inzake de wijziging van het grondslagartikel van de statuten der Vereniging, waarmede het genoemde reglementsartikel nauw samenhangt. Nu de statutenwijziging haar beslag gekregen heeft, zullen wij het beraad over het rapport van de commissie ad hoc inzake artikel 2 van het universiteits-reglement, met inachtneming van de daarop uit de kring der Universiteit reeds ontvangen commentaren, hervatten en hopen wij het resultaat van dit beraad binnen niet te lange tijd aan de Raad te kunnen mededelen. In hoofdzaak heb ik tot nu toe uw aandacht gevraagd voor 305

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen