GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1980-1981 - pagina 162

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1980-1981 - pagina 162

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

bijna al zijn tijd in beslag. Belangrijker voor zijn colleges was dunkt mij, dat hij echt filosofeerde. Geheel in beslag genomen door zijn onderwerp zat hij zoekend en vragend achter de waarheid aan. Er waren wel antwoorden maar zij werden steeds overweldigd door vragen. Dat verklaart dunkt mij mede, waarom Smit zo weinig gepubliceerd heeft. Het zal de studenten, trouwens ons allen, geboeid hebben, dat de man, die in het hart van zijn bestaan filosoof was, als filosoof steeds de gehele mens Smit bleef. Zijn engagement toonde zich voortdurend. Ik denk, dat zo begrijpelijk wordt, waarom hij steeds zo wantrouwig was tegenover wetenschappelijke abstractie. Toch meen ik, dat nog iets anders beslissend was voor het fascinerende van Smits filosoferen, n.l. wat hij zocht. Dat betrof niet hemzelf. Het ging hem nooit om zichzelf. Hij zocht ook geen zekerheid in de filosofie. Die had hij reeds in zijn geloof, dat Christus hem verlost had. En hij wist, dat Christus hem reeds voor dit leven verlost had, voor zijn taak, om zoekend en vragend te filosoferen. Wat zocht deze zoeker en heilbegerige, die reeds gevonden was en geborgen in het heil? Hij zocht God in Zijn Woord, in de geschiedenis, in het heden, in de toekomst in zijn eigen leven. Zijn onderwerp was de vraag naar de zin; wat God deed, wat God doet, wat God zal doen, teneinde zijn leven daarop te kunnen afstemmen. Het was in dit alles natuurlijk ook de mens Smit, die boeide. Ook wel omdat hij een afstand bewaakte, een grens stelde aan de intimiteit. Het maakte hem voor allen ietwat raadselachtig. Ik denk, dat ps. 71 ook op hem slaat: Ik ben voor velen een wonder geweest, maar Gij zijt mijn machtige toevlucht. Wat wij van hem weten, en waarvan wij vertrouwen, dat hij achter de door hem gestelde grens ook zo was, is, dat hij een ootmoedig en bescheiden mens was, bedachtzaam en zorgvuldig, ook vreedzaam en beminnelijk en gezellig. Laat mij een enkel punt illustreren. Hij was bescheiden en zocht steeds de vrede, maar hij stond bijna geruisloos onwrikbaar pal als de zaak van zijn Heiland bedreigd werd. Uiters zorgvuldig was hij met zijn tijd, waarvoor hij iedere week een plan voor elk half uur opstelde. Nauwgezet stelde hij voor iedere student een persoonlijke hteratuurlijst op. Ongetrouwd was hij zeker niet wereldvreemd. Hij was een graag geziene gast in vele gezinnen. Hij kon n.l. meepraten over alles, want hij las alle kranten en hij wist meer van de verkeersproblemen richting Zandvoort dan de aanwezigen, meer van de landbouwperikelen dan zijn broers, landbouwers. En toch was het niet daarom, dat hij overal zo hartelijk ontvangen werd. Hij hield van de mensen en hun kinderen en hij leefde met hen mee, wakker voor alle informatie over hen. 160

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's

Jaarboek 1980-1981 - pagina 162

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's